Kees hoort er niet meer bij
Nu was de directeur al heel wat gewend van Kees, het onbetwiste technisch geweten van het automatiseringsbedrijf. Jammer was dat de man zo ontoegankelijk was, een eigenschap die bij veel systeemprogrammeurs voorkomt. Daarom vroegen de gewone applicatieprogrammeurs Kees niet graag om advies, omdat hij hun onwetendheid vaak meedogenloos aan de kaak stelde. Omdat Kees zijn ontslagaanvraag nogal luidruchtig ventileerde, ontstond er een apart sfeertje aan de bar. De voorzitter van de raad van commissarissen, deze keer ook uitgenodigd voor het personeelsfeest, kende Kees niet. "Wat is er aan de hand?", informeerde hij. "Deze meneer neemt nu ontslag", zei de directeur gegeneerd. De maandagmorgen daarna meldde Kees zich bij de directeur, die hoopte dat zijn plannen met een sisser zouden aflopen. Helaas bleef Kees bij zijn standpunt. "Ik neem ontslag. Ik wil hier niet meer bij horen." "Wat ga je eigenlijk doen? Heb je al een andere baan?", vroeg de directeur. "Ik heb geen flauw idee", zei Kees. Wat dat betreft kon hij in die tijd van alles doen binnen de ICT, maar ook daar buiten. Hij was zelfs een paar jaar gasfitter geweest. Vandaag de dag zou het plan van Kees risicovoller geweest zijn. Kees was niet te bewegen zijn ontslagaanvraag in te trekken. Op de een of andere manier boezemde dat de directeur ontzag in. Hij mocht mensen die risico’s durfden te nemen. Kees had tenslotte ook de zorg voor een vrouw en twee kinderen. Plotseling kreeg de directeur een ingeving. Hij had daar wel meer last van. Hij kon die oplossingen niet vooraf bedenken, maar ze kwamen soms in hem op als hij met zijn rug tegen de muur stond. Hij zette zijn aanval in. "Moet je luisteren, Kees. Je wilt er niet meer bij horen, maar je vindt je werk hartstikke leuk. Als we het nu eens op de volgende manier doen. Jij neemt over twee maanden ontslag. Daarna krijg je een aparte kamer en verricht je gewoon eigen research. Jouw operationele werk brengen we onder bij een paar andere mensen. Wij overleggen samen regelmatig over jouw projecten. Je stuurt mij maandelijks een declaratie. Je hoort er dus niet meer bij." De laatste woorden gaven de doorslag. Kees ging akkoord. Twee jaar werkte deze oplossing naar tevredenheid. Kees werd minder bij operationele zaken betrokken, want hij hoorde er niet meer bij. Hij kwam in die twee jaar met een paar interessante zaken, die veel geld opleverden. Een goudmijn was zijn voorstel voor de invoering mixed hardware. Kees had ontdekt de Amerikaanse computerleverancier computers aan het systeemhuis leverde, die voorzien waren van magnetische schijfeenheden, die rechtstreeks gekocht konden worden bij de oorspronkelijke fabrikant. De marge op apparatuur verdubbelde daarna. Na twee jaar was ook het bedrijf, waar Kees niet meer bijhoorde, verdubbeld. In het periodieke gesprek van Kees met zijn directeur werd de laatste weer getroffen door een ingeving. "Kees, het gaat allemaal geweldig goed. Het bedrijf is nu zo groot geworden, dat we behoefte hebben aan echte afdeling Research, die op een normale manier zijn invloed kan hebben op de rest van het bedrijf. Wat zou je ervan zeggen dat je gewoon weer in dienst kwam?" "Oké", zei Kees. Hij hoorde er weer helemaal bij.