Kennisnet: ‘open’ om te overleven
tree moest stichting Kennisnet, dat de portal beheert en een reeks diensten aanbiedt, een eigen ‘platform voor content en diensten’ bouwen omdat de portal tot die tijd op de servers van nl.tree werd gehost. Veel ingrijpender dan deze fysieke verhuizing was de ontvlechting van nl.tree en Kennisnet in de hoofden van de gebruikers, zegt algemeen directeur Toine Maes. "Het onderscheidt tussen infrastructuur-aanbieder nl.tree en de stichting Kennisnet was in het veld niet erg duidelijk. De annotatie met de naam Kennisnet was ronduit negatief. Nu de scholen hun eigen provider kunnen kiezen en aan de basisvoorwaarde van de connectie is voldaan, raken we dat imago gelukkig kwijt. Het onderwijsveld is nu veel opener naar Kennisnet dan pakweg twee jaar geleden." Inmiddels is het aantal bezoekers op de portal gestegen tot meer dan een miljoen per week, met gemiddeld zeventien pageviews. De toepassingen voor de lespraktijk worden ook intensiever gebruikt. Tegelijkertijd signaleert het Jaarplan 2005 dat het draagvlak in het onderwijsveld voor Stichting Kennisnet nog ‘broos’ is. Het ontbreekt nog aan voldoende kennis van de verschillende functionaliteiten en diensten van Kennisnet, de ‘inhoudelijke bekendheid’. Het gebruik van de portal door de scholieren is, ondanks het passeren van de magische miljoengrens, nog laag oordeelt de stichting zelf. Tegelijkertijd stelt het Jaarplan vast dat het onderwijs weliswaar traag is in ICT-integratie, maar wel een volwassen klanthouding heeft ontwikkeld. Het onderwijs rekent Kennisnet ‘hard af op toegevoegde waarde’. Daarom is het scheppen van ‘draagvlak en klantenbinding cruciaal’. Maes keek daarom naar de open source-gemeenschap en introduceert het ‘open service’ concept: de gebruiker als mede-eigenaar.