Kiezer moet nog steeds naar het stembureau
Aan de andere kant is het de vraag of de investeringen die nodig zijn voor elektronisch kiezen op afstand gerechtvaardigd worden door het nut ervan. Voor een proefproject voor een ‘gesloten’ stemnetwerk voor de Provinciale-Statenverkiezingen van 2003 werd door Minister Van Boxtel acht miljoen euro gereserveerd. Te weinig, vindt EPN en dat vonden ook de offrerende bedrijven: “Bij de pogingen tot aanbesteding is gebleken dat de materie zeer gecompliceerd is; geen van de bedrijven die offerte hebben uitgebracht, garandeerde betrouwbaarheid en veiligheid van het systeem. Bovendien stonden de bedragen op de offertes niet in verhouding tot het begrote bedrag van ruim acht miljoen euro”, zei minister Roger van Boxtel tijdens een algemeen overleg met de Tweede Kamer op 27 maart jl. Voorlopig last hij daarom een ‘adempauze’ in voor experimenten met elektronisch stemmen. Niet bezuinigen Van de VVD hoeft niet te worden bezuinigd op online kiezen. “Het gaat om het hoogste democratische recht van de burger. Het mag dus wel een paar centen kosten”, zei het VVD-Tweede-Kamerlid Jan te Veldhuis tijdens het debat met Van Boxtel in maart. Samen met het PvdA-Kamerlid Peter Rehwinkel diende hij een motie in waarin de regering werd opgeroepen alles op alles te zetten om Kiezen op Afstand per telefoon, brief en internet in 2003 alsnog mogelijk te maken. Naast een onbekende financiële investering brengt online stemmen vanuit huis nieuwe risico’s met zich mee. Zo meent Kees Aarts, universitair hoofddocent Bestuurskunde aan de universiteit Twente, dat de kans op verkiezingsfraude en dwang groter wordt door het wegvallen van de (sociale) controle in het stemlokaal. “De beveiliging houdt op aan het toetsenbord. Het is niet zeker dat een stem zonder dwang tot stand komt”, zei Aarts op 1 mei tijdens de presentatie van het EPN-rapport ‘Kiezen op afstand, dichterbij dan u denkt’. De onderzoeker wijst erop dat de Amerikaanse National Science Foundation in de VS aan de rem trok bij de invoering van een online-kiessysteem. Het adviesorgaan van de regering vindt dat eerst de verschillende technische en sociale problemen op het vlak van beveiliging en manipulatie die het geconstateerd had, moeten worden opgelost. Paul Ostendorf, futuroloog bij Cap Gemini Ernst & Young (CGE&Y), constateerde bij de presentatie van het rapport dat de oplossingen voor de ‘problemen tot aan het toetsenbord’ - identificatie, privacy, authenticatie en anonimiteit - strijdig met elkaar zijn. “We willen er zeker van zijn dat degene die zijn stem uitbrengt ook de kiesgerechtigde is, maar we willen tegelijkertijd niet weten wie hij is en zeker niet wat hij gestemd heeft.” Opkomst Het is overigens ook nog maar de vraag of de mogelijkheid om via een computer of mobiele telefoon te stemmen de opkomstpercentages zal doen stijgen. Uit een onderzoek dat Kees Aarts in 1999 in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken deed, blijkt dat het tijdstip en de locatie van verkiezingen in het algemeen niet als problematisch worden ervaren. Redenen om niet te gaan stemmen zijn dat kiesgerechtigden geen binding hebben met een partij, de politiek onduidelijk vinden en stemmen niet als burgerplicht ervaren. Impuls Er zijn ook argumenten voor elektronisch kiezen op afstand die niet rechtstreeks met de opkomst te maken hebben. Directeur Peter van der Wel van EPN noemde bijvoorbeeld, dat online stemmen een nieuwe impuls kan geven aan de democratie. Politieke thema’s kunnen tot een paar seconden voor het stemmen worden verhelderd met multimediale online-informatie. Het VVD-Tweede Kamerlid Hella Voûte-Droste is het met Van der Wel eens. Op korte termijn moet volgens Voûte met internetcomputers in stemlokalen geëxperimenteerd worden. EPN pleit in zijn rapport voor een subsidieregeling voor experimenten met elektronisch kiezen op afstand. Het moet overigens wel bij experimenten blijven totdat de kieswet is aangepast. Die schrijft namelijk voor dat er centraal en in persoon gestemd moet worden.