Nederlands certificaat toont belang testen
Martin Pol is een van de auteurs van TMap, een veelgebruikte gestructureerde methode van testen. Hij is directeur van Poltec, een bedrijf gespecialiseerd in testen, het ontwerpen van testomgevingen en het opleiden van testers. De vijftien medewerkers van het Kadaster volgden hun cursus bij dit bedrijf. Verder is Pol als adviseur verbonden aan zijn oude werkgever Iquip Informatica. “Ze noemen mij een testgoeroe”, zegt hij lachend. Dat komt niet helemaal uit de lucht vallen, want hij is een van de grondleggers van gestructureerd testen in Nederland en timmert al jaren nationaal en internationaal aan de weg met zijn visie op testen. Over enkele weken krijgen de examenkandidaten hun certificaat. Als ze het halen, want dat is niet zeker. “Er kunnen best een paar mensen afvallen, vooral doordat de Engelse taal hen parten speelt”, verwacht Pol. Hij hoopt het examen in de toekomst in het Nederlands te mogen afnemen. Het examen Software Testing is nieuw voor Nederland en valt onder verantwoordelijkheid van de Information Systems Examinations Board (ISEB) van de British Computer Society. Pol:“Om als docent lesbevoegdheid te krijgen, moest ik ook zelf dit examen doen en ik schat dat drie van de zes foute antwoorden die ik gaf, te wijten zijn aan de taal. Niet iedereen zal bijvoorbeeld direct het verschil kennen tussen een error, een fault en een failure.” Klassiek Het belang van testen kan moeilijk onderschat worden, stelt Pol. “Door gebrek aan kwaliteit in zijn informatiesystemen loopt een bedrijf grote risico’s. Inmiddels alweer klassiek is het voorbeeld van een Engelse bank die op 1 augustus 2000 inderhaast een nieuw systeem invoerde voor ‘online banking’. Verder uitstel was niet mogelijk, want ze hadden al op grote schaal filialen en medewerkers afgestoten. Gevolg was wel dat er onvoldoende was getest. Al een dag later haalde de bank het BBC News, omdat bleek dat de online-klanten elkaars gegevens konden inzien.” Een wat ouder voorbeeld is American Airlines dat miljoenenverliezen leed doordat consequent stoelen leeg bleven in de vliegtuigen. “Het gevolg van een softwarebug”, weet Pol. “In de praktijk zorgen de maatschappijen standaard voor 10 procent overboeking in hun vliegtuigen. In de software van American Airlines stond de parameter voor de bezettingsgraad echter niet op 110, maar op 90 procent. Structurele onderbezetting dus.” Overleven Gestructureerd testen is volgens Pol van levensbelang in de concurrentiestrijd, omdat de bedrijven met de beste software zullen overleven. “Hoogstens Microsoft kan het zich dankzij zijn positie veroorloven om nauwelijks te testen. In India heb ik gezien dat de softwarefabrieken wel moesten testen onder druk van de hoge kwaliteitseisen. Daar is inmiddels een echte testcultuur ontstaan, met ‘testfactories’, waar je je software naartoe kunt brengen om het een grondige test te laten ondergaan.” Bruikbare richtlijnen Ook Nederland zit in de voorhoede wat het testen van software betreft. Pol: “In 1983 werd ik bij de Belastingdienst projectleider gestructureerd testen, dus dat leefde daar toen al, onder druk van kamervragen over de door de Belastingdienst gebruikte informatiesystemen. Maar de kennis over het testen was beperkt, zodat ik naar de Verenigde Staten moest om daar bruikbare richtlijnen voor het testen van software te zoeken. Ik houd mij sinds die tijd met testen bezig, eerst bij de Belastingdienst, later bij Equip en nu deels zelfstandig.” Groot-Brittannië loopt wat Pol betreft voorop. Daar wordt geregeld naar het ISEB-certificaat gevraagd bij sollicitaties. Tekenend vindt Pol de verkoop in ons land van twaalfduizend exemplaren van de TMap-boeken van hem en zijn mede-auteurs. Testen wordt in Nederland serieus genomen, leidt hij hieraan af. “Dat was vroeger wel anders, toen het overgelaten werd aan IT’ers die toch bijna uit dienst gingen of zwanger waren. Strafwerk, bij wijze van spreken. Zij speelden dan een dag met de software om zo door ‘random testen’ de ergste fouten op te sporen. Het testen van software was twintig jaar geleden onontgonnen gebied in Nederland.” Correct Pol heeft grote grote bewondering voor het Kadaster. “Dat is absoluut geen stoffige organisatie. Flitsend is een betere benaming. Ze hebben een eigen testafdeling opgezet om de kwaliteit van hun geavanceerde informatiesystemen permanent te controleren. De gegevens over uw en mijn onroerend goed moeten gewoon correct en up-to-date zijn, want er hangt veel vanaf, zoals de hypotheekverstrekking.” Cursisten voor het ISEB-examen Software Testing worden in vier dagen bijgepraat over het belang van gestructureerd testen, hoe en wanneer getest moet worden, welke automatiseringshulpmiddelen van dienst kunnen zijn en tot hoever je moet doorgaan met testen. Enkele vuistregels van Martin Pol: “Je kunt niet blíjven testen. Dus kiezen we voor ‘risk based testing’: op zoek gaan naar de risico’s in de software. Wij praten niet als een autofabrikant, die vindt een test geslaagd als er geen grote mankementen gebleken zijn. Een geslaagde test is in onze ogen een test die een fout oplevert. Het gaat om het tijdig ontdekken van de belangrijkste fouten, tegen de laagste kosten.” De docent software testing geeft alvast één vraag uit het examen weg. “Een error is een afwijking van het voorgeschreven gedrag van de software, een fault is dat die afwijking ook leidde tot een fout en een failure is dat die fout ook consequenties heeft.” Martin Pol: “Ze noemen mij een testgoeroe.” foto: anp/jan van ijken