Nieuwe techniek vergroot tapecapaciteit tot een terabyte per cartridge
De tapecartridges met de hoogste capaciteit zijn momenteel de 3592 van IBM, met 300 GB, en de 9940B van StorageTek, waarop plaats is voor 200 gigabyte. Deze cartridges worden onder andere gebruikt in de Powderhorn systemen van StorageTek en de StorEdge 6000 van Sun. De 9940B tapes hebben 576 gegevenssporen, die naast elkaar op een band van 0,5 inch breed staan, bij der IBM 3592 wordt gewerkt met 512 tracks. "In de toekomst zal het aantal sporen naast elkaar op de tape worden vergroot naar 1000 of zelfs 2000 stuks", zegt George Purrio, technisch directeur van Imation Europa. Bij een dergelijke hoge dichtheid wordt een enkel bit opgeslagen op een oppervlakte van een paar vierkante micron. Wil zo’n bit betrouwbaar opgeslagen kunnen worden, dan dient het minimale stukje tape voldoende magnetiseerbare deeltjes te bevatten. Bovendien moeten die deeltjes uniform verdeeld liggen over het oppervlak. Dit houdt in dat de magneetpartikels erg klein moeten zijn - in de praktijk komt dat neer op een diameter van ongeveer een nanometer. Het nieuwe productieproces van Imation, waar inmiddels patent op is aangevraagd, heeft de naam Tera Ångström Technology. Hiermee wordt aangegeven dat het dient voor het maken van tapes met een capaciteit van 1 terabyte en met een gladheid van 1 Ångström, ofwel eentiende nanometer. Toekomstmuziek Purrio: "Die ene terabyte is nog even toekomstmuziek, we gaan eerst tapes met een capaciteit van 400 gigabyte maken. Zo tegen 2008 à 2009 moet de techniek voldoende zijn uitgerijpt om ook banden van 1 TB te maken." Hoe meer gegevens op een cartridge passen, des te goedkoper wordt de prijs per gigabyte. Deze prijs daalt nog steeds en zit nu op een niveau van 75 dollarcent per gigabyte. Door de nieuwe techniek komt een prijs van 25 dollarcent per GB in zicht. De Tera Ångström-techniek omvat drie stappen. In de eerste plaats wordt de drager van wat later de magneetband wordt, bedekt met de magnetische substantie. Dit proces geschiedt onder een zeer hoge druk, 650 atmosfeer of meer. De hogedrukspuit zorgt ervoor dat de metaaldeeltjes door elkaar worden geschud, waardoor ze niet aan elkaar kleven. Dit leidt al tot een min of meer evenwichtige verdeling van de deeltjes over het oppervlak. Hoewel de distributie er in dit stadium al goed uitziet, is het eindresultaat nog niet bereikt. Daar is stap twee voor nodig, waar de opgespoten laag wordt gedroogd met een nauwkeurig gerichte luchtstroom. Gelijktijdig worden de deeltjes met behulp van een magneetveld allemaal in dezelfde richting gedwongen. Geheim Ten slotte wordt de band door een aantal walsen geleid, die de magneetlaag samenpersen tot een dunne en uiterst gladde laag. Over het walsproces is Imation erg vaag. "Daar kunnen we weinig over zeggen, het is de kern van ons productieproces. De band wordt tussen een aantal rollen doorgehaald. Elke rol is van een ander materiaal gemaakt en de wisselwerking tussen de rollen zorgt voor het uiteindelijke resultaat. Hoe het precies wordt gedaan, dat is het geheim van de smid", zegt Purrio. De magneetlaag wordt gevormd door metaaldeeltjes in de vorm van splinters. Elke splinter heeft een lengte van maximaal 1 nanometer. Door de langwerpige vorm kunnen de partikels eenvoudig in dezelfde richting worden gedraaid, terwijl ze zo dicht mogelijk op elkaar komen te liggen. Bij bolvormige magneetdeeltjes is dat veel moeilijker. Bovendien kunnen bolletjes minder dicht opeen gepakt worden dan naaldvormige deeltjes. Doordat het oppervlak van de tape zo glad is, is de afstand tussen de lees/schrijfkop en het medium steeds hetzelfde. De kop gaat niet ‘huppelen’, om het overdreven voor te stellen, zoals wel kan gebeuren wanneer de band niet overal even dik zou zijn. Dat ‘huppelen’ kan lees- en schrijffouten tot gevolg hebben.