Overslaan en naar de inhoud gaan

NOAG-i: industrie voelt zich niet aangesproken

Innoveren en niet bang zijn
Carriere
Shutterstock
Shutterstock

De recente discussie over de nationale onderzoeksagenda informatica werd voornamelijk gevoerd door academici. Het bedrijfsleven was nauwelijks geïnteresseerd. Dat is geen reden tot paniek zolang het fundamenteel onderzoek betreft. Maar regelmatig viel de term ‘innovatie’ en dan wordt het een andere zaak, want dat is de verantwoordelijkheid van bedrijven, hoezeer sommigen het ook in de schoenen van onderzoekers zouden willen schuiven. Als je aan ondernemers vraagt wat er mis is, dan zeggen ze dat er een te grote kloof bestaat tussen het informaticaonderzoek en de behoeften van het bedrijfsleven. Als bèta kun je je echter afvragen: Welk bedrijfsleven in Nederland? We hebben banken, handel en transport. De high-techsector - voor zover die nog bestaat - heeft zijn (informatica)onderzoek wegbezuinigd of dreigt het te verplaatsen naar het buitenland. Niet genoeg studenten in Nederland heet het dan. En dat is weer niet verwonderlijk als de overheid niet investeert in het onderwijs, terwijl het bedrijfsleven zijn managers beter betaalt dan zijn kenniswerkers. Nederlandse managers innoveren niet, die reorganiseren. Laten we nog eens kijken naar Silicon Valley. De innovaties worden daar gedreven door start-ups, die in hoog tempo worden opgericht door studenten, universitaire onderzoekers, en vooral ook ex-werknemers van gevestigde bedrijven. De financiering wordt geregeld tijdens de lunch met een berekening op een bierviltje. Niet (te veel) denken, maar doen, en niet bang zijn om fouten te maken. Zij die succes hebben worden zelfstandig groot of ze worden overgenomen. De rest gaat net zo gemakkelijk weer wat anders doen. De Valley is niet ontsproten uit universitair onderzoek, maar uit goed ondernemingsklimaat. De oorsprong van het gebied ligt bij de Stanford University nadat zij begon met het beschikbaar stellen van ‘venture capital’ aan studenten. Ook op andere manieren stimuleert deze universiteit de ondernemingszin onophoudelijk. Het feit dat er een geweldig broeinest van gemotiveerd talent ontstaat, is welhaast belangrijker dan de (engineering)opleiding zelf. Let wel: Stanford doet ook excellent academisch onderzoek. En vanzelfsprekend komt een deel van dat onderzoek in innovaties terecht. Maar dat is niet waarin Stanford zich onderscheidt van veel andere universiteiten en het vormt ook niet de essentie van de kenniseconomie. Sterker nog, veel onderzoek zou onmogelijk zijn zonder het innovatieproces. Een bedrijf als Hewlett-Packard alleen al doneert honderden miljoenen dollars voor fundamenteel onderzoek. Besmet In Nederland missen we vooralsnog de cultuur en de sociale structuren om snel te innoveren.We kunnen ons dus maar beter druk maken om andere zaken dan om ons universitair onderzoek, dat internationaal gezien uitstekend meekan, ondanks alles. Om te beginnen wordt het opgaan in de grijze massa er al op school ingegoten. Wat dat betekent weet Paul Graham: "If your society has no variation in productivity, it’s probably not because everyone is Thomas Edison, but because you have no Thomas Edisons." Als je dan toch een idee hebt, dan heb je vooral ook een probleem, omdat het opzeggen van je baan, het opstarten van een bedrijfje en het aannemen van mensen te veel risico’s met zich meebrengen. Voor studenten is het soms nog wel op te brengen, maar je moet wel haast gek zijn om een dergelijke stap te zetten als je een goede baan hebt bij een bedrijf of universiteit. Alsof dat nog niet genoeg is, wordt de bijklussende hoogleraar hier nauwelijks sociaal geaccepteerd, en zijn universiteiten ook niet erg genegen om mensen uit het bedrijfsleven (terug) in dienst te nemen, zelfs niet als ze eerder onderzoek hebben gedaan. Alsof ze besmet zijn geraakt met een of ander vreselijk virus dat alle wetenschappelijke capaciteiten heeft weggevaagd. Als Nederland werkelijk op zoek is naar een kenniseconomie met interessante carrièreperspectieven voor bèta’s, dan zal het moeten beseffen dat het uiteindelijk niet gaat om onderzoeksrapporten of om een specifiek kennisgebied. Het gaat ook niet om een bepaald innovatief product of bedrijf. Het gaat om het innoveren zelf, als eindeloze actie. AUTEUR: Marco Kesseler Dr. Marco Kesseler is onder meer als softwareontwikkelaar werkzaam bij Aia Software BV. Hij is gepromoveerd op de implementatie van functionele programmeertalen en werkzaam geweest bij R&D-afdelingen van grote bedrijven. Het artikel is geschreven op persoonlijke titel.Onderzoeksagenda moet leiden tot daadkracht Het is helder dat ICT, het geheel van informatica, telematica en micro-elektronica een uitdagend vakgebied is. De ontwikkelingen in ICT bieden in alle sectoren van onze samenleving nieuwe, ongekende mogelijkheden voor samenwerken, zakendoen, leren en vermaak. De Nationale Onderzoeksagenda Informatica (NOAG-i) kan bijdragen aan een krachtige positionering van ICT in de politiek, de academia en het bedrijfsleven. Voorwaarde daarvoor zijn eenvoud, transparantie en daadkracht. Het geheel moet een stabiel, naar buiten gericht stuk zijn met visie. Een basis voor daden en denken. Als we kijken naar de huidige inhoud dan is dat maar in beperkte mate het geval. Ten eerste maakt NOAG-i de onderzoeksagenda onnodig complex. De onderzoeksgebieden die het NOAG-i identificeert zijn bovendien introvert opgesteld, namelijk op de inhoud van een bepaald vakgebied. Ten slotte fungeert de agenda onvoldoende als een basis voor keuzes, en levert het onvoldoende aanknopingspunten voor bedrijven om actief in onderzoek en ontwikkeling te participeren: het stimuleert geen actieve deelname aan ICT-onderzoek. Dat een onderscheid wordt gemaakt tussen fundamenteel (generiek) en toepassingsgericht onderzoek, spreekt voor zich. Beide zijn noodzakelijk: beide kunnen strategisch van aard zijn voor de deelnemende instellingen en beide dienen het maatschappelijk belang. NOAG-i maakt daarnaast een onderscheid tussen generiek en strategisch onderzoek, en tussen toegepast en implementatie-onderzoek. Maar hoe kan je die verschillen in de praktijk handhaven? Van nature is fundamenteel onderzoek monodisciplinair van aard. Toegepast onderzoek kan bijna niet anders dan multidisciplinair worden benaderd: de inbedding van onderzoek in maatschappelijk relevante gebieden en de transformatie van kennis in daadwerkelijke innovatie vereisen dat. Daarbij speelt niet alleen de fundamentele informatica een rol, maar ook de mens- en bedrijfswetenschappen. De explosie aan toepassingsspecifieke informaticastudies in de recente jaren illustreert dit. Het is daarnaast niet eenvoudig een voor ICT dekkende verzameling onderzoeksthema’s te kiezen. De vraag is ook wat je er mee wilt bereiken? Je kunt dat op veel verschillende manieren insteken: vanuit de techniek, vanuit de toepassing of zelfs vanuit de onderzoeksmethode. Wat mij betreft kunnen we volstaan met een zinvolle, ruime definitie van ICT als afbakening. Tenzij je de thema’s leidend wil laten worden in keuzes voor financiering. Dan fungeren thema’s echter als een middel om achter te verschuilen: wanneer je niet op innovatie wilt selecteren, kun je veilig vanuit de thema’s selecteren. Veel beter is het visie en daadkracht in voorstellen te belonen, met een kwaliteitsbeoordeling achteraf. Innovatie laat zich niet opsluiten in zeven thema’s. Een laatste aandachtspunt is de uitvoering van de onderzoeksagenda. Op universiteiten wordt sterke druk uitgeoefend om marktgericht onderzoek te doen en dit in omvang te laten groeien. Dit staat op gespannen voet met het fundamentele karakter van veel onderzoek en de organisatie van de universiteiten. Tegelijk wordt van topinstituten en GKI’s verwacht dat zij vraaggestuurd onderzoek doen maar tevens fundamentele vraagstukken aanpakken indien ze in aanmerking willen komen voor subsidies. Waarom proberen we toch steeds het schaap met de vijf poten te creëren? Is het niet veel verstandiger heldere keuzes te maken in waar fundamenteel onderzoek plaatsvindt en waar toepassingsgericht? Er zijn voldoende instrumenten om te voorkomen dat deze in ‘splendid isolation’ opereren. Interactie tussen fundamentele vraagstukken en resultaten enerzijds en vragen en oplossingen van de toepassingen en sectoren anderzijds werkt creativiteitsbevorderend en geeft een basis voor het beoordelen van de effectiviteit van onderzoek. Samenwerking tussen instituten, universiteiten, bedrijfsleven en overheid zoals deze nu plaatsvindt in bijvoorbeeld het Telematica Instituut, maar ook in de BSIK-programma’s, toont aan dat dit goed mogelijk is. Deze vorm van samenwerking wordt internationaal inmiddels gezien als een voorbeeldige structuur voor gezamenlijke innovatie. Vanuit dergelijke heldere keuzes en stelselmatige interactie tussen onderzoekers en bedrijfsleven zal de beeldvorming rondom ICT-onderzoek verschuiven van introverte nerds naar onderzoekers met impact. Appie Reuver sprak in deze discussie eerder terecht over "lef, gezag en creativiteit". Een punt van grote zorg daarbij is dat lef om onderzoek te doen of te faciliteren niet wijd verspreid is. Nederland heeft een sterke ICT-sector, die primair gericht is op ICT-dienstverlening. Affiniteit met onderzoek is daarbij, enige uitzonderingen daargelaten, zeer beperkt aanwezig en zelfs dalend. Het kennisniveau in de industrie is dan ook navenant. Dit maakt het steeds moeilijker om de brug te slaan tussen academia en bedrijfsleven. Teken aan de wand is dat de ICT-toepassende industrie, zoals de procesindustrie en de financiële sector, veel intensiever in ons onderzoek participeert dan de ICT-industrie zelf. Tegelijk verwacht ik van de universiteiten het lef om nieuwe wegen in te slaan wanneer toepassingsgebieden dat vereisen. Wellicht dat een helder en uitdagend beeld vanuit NOAG-i het lef en de daadkracht over de hele breedte kan doen groeien: voor bedrijven om resultaten op te pakken en voor universiteiten om hun waardevolle kennis te laten doorstromen. Wil Janssen Dr.ir. Wil Janssen is senior-onderzoeker van het Telematica Instituut.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in