Om de duvel niet oud: Maarten van der Werff
De economie met haar ‘boterzachte theorieën’ wat minder. “Tijdens mij studie ben ik als bijbaan wat programmeerwerk gaan doen”, vertelt hij. “Zo rolde ik de informatica in. Iedereen kwam in die tijd uit een andere hoek.”
De eerste baan was bij Volmac. Hij begon als programmeur maar ging in de loop van de tijd meer ‘abstracte’ klussen doen: ontwerpen, projectmanagement, specificaties opstellen, voorstudies doen. Ruim elf jaar bleef hij bij Volmac, en net voordat het ‘Cap’ werd, vertrok hij. “Volmac was altijd meer van de inhoud, Cap was commerciëler. Dat sprak me minder aan. Ik werd gevraagd door een opdrachtgever, het Loodswezen, om bij hen te komen werken. Ze zeiden ‘je hebt een leuk systeem bedacht, wil je het nu ook komen bouwen?’ Dat heb ik gedaan.”
Plannen en factureren
Het systeem dat Van der Werff bij het Loodswezen implementeerde ging over het plannen van de inzet van loodsen, en het factureren daarvan. “Mensen vinden verandering nooit leuk, en op een moment merkte één van mijn collega’s op dat hij ‘de handen af zou hakken van degene die aan het planbord wilde komen’. Ik heb toen maar even wijselijk voor me gehouden dat ik diegene was”, lacht hij.
Achteraf klinkt het grappig, maar Van der Werff heeft een grondige hekel aan ‘politiek gedoe in organisaties’. De inhoud spreekt hem veel meer aan dan het management. “Dat heb ik ook gedaan, maar ik kwam tot de conclusie dat ik het maar niet meer moest doen. Als service level manager bij de automatiseringsafdeling van het Ministerie van Justitie was ik verantwoordelijk voor de interne afspraken met de verschillende directoraten bij justitie. Een lastige baan soms, want je krijgt van twee kanten de problemen op je bord geschoven, zonder dat je de middelen in handen hebt er echt iets aan te doen. Management is als je het mij vraagt hevig overgewaardeerd. Ik ben blij dat ik nu weer terug ben bij de inhoud.”
Van der Werff is nu als informatie-architect bij het Inlichtingenbureau, een stichting die gemeenten ondersteunt bij het uitvoeren hun wettelijke taken op het gebied van de sociale zekerheid. Het inlichtingenbureau werkt onder meer aan de elektronische gegevensuitwisseling tussen gemeenten en andere partijen in de keten werk en inkomen.
“Het leuke daaraan is dat we als kleine partij opereren tussen kolossen als CWI en UWV en 480 gemeenten, die een zeer gemengd beeld geven. In sommige gemeenten werken ze met anderhalve man en een paardekop en is de laatste bijstandgerechtigde net aan het werk geholpen, in andere gemeenten heb je te maken met 20.000 uitkeringsgerechtigden. Enorme verschillen dus, maar wij moeten ze wel allemaal bedienen. Wij zijn een stuk ‘infrastructuur’. Vergelijk het met electriciteits-bekabeling: als je ons niet ziet en het werkt, dan is het goed. De kunst is iets eenvoudigs te maken dat werkt: de kunst van het weglaten. Dat is architectuur. Ik ben wel in voor die intellectuele uitdaging, ik heb wel iets met dat soort puzzels.”
En over puzzels gesproken: ook in zijn vrije tijd houdt Van der Werff zich er graag mee bezig. Hij pakt er een houten object bij, zogenaamde ‘Borromeaanse ringen’. “Ik kwam een tijdje terug in aanraking met een groep enthousiastelingen die zich bezighouden met wiskundige puzzels en kunst, Ars et Mathesis. Ik vind het ontzettend leuk om dergelijke figuren te bedenken en dan ook zelf te maken.”
Niet dat hij zich vaak verveelt overigens: met vier kinderen tussen de 14 en 20 jaar en een actieve betrokkenheid bij de Katholieke kerk is de agenda naast het werk al aardig gevuld. Verder is Van der Werff – geboren en getogen Rotterdammer – verknocht aan Kralingen. Het restaurant bij de Kralingse Plas waar we elkaar treffen is een vaste stek, maar vaak is hij ’s ochtends vroeg al met zijn camera op pad om ‘mooi Kralingen’ vast te leggen. “Niet eenzijdig bezig zijn houdt me jong, al denken mijn niet al te complimenteuze puberdochters daar anders over”, lacht hij.