Rekencentrum Sara kiest voor Unix
“Wij hebben ons zware rekenwerk in de afgelopen jaren omgezet naar een parallelle vorm”, zegt wetenschapper Jules Wolfrat van Sara, “waarbij de software over acht of zestien processors wordt verdeeld. De programma’s draaien op de nieuwe machine van IBM dus in twee of slechts in één module. Vooral in het laatste geval kan een zeer grote snelheidswinst worden behaald, doordat de communicatiewegen binnen het systeem dan zo kort zijn.” Sara, dat rekenkracht levert aan de academische wereld in ons land, begint met twee exemplaren van de Regatta, ofwel de p690 zoals het systeem officieel heet. Deze configuratie moet eind dit jaar, begin volgend jaar, geïnstalleerd zijn. In de loop van volgend jaar zullen er nog twee systemen bijkomen, totdat ultimo 2003 de maximale configuratie van zes systemen is bereikt. “Dan hebben we wel bijna 1 teraflops in huis. Met andere woorden, het systeem kan duizend miljard berekeningen met drijvende komma per seconde uitvoeren”, aldus een glunderende Wolfrat. Energiebesparing Bij het ontwerp van de p690 heeft IBM een grote nadruk gelegd op het besparen van energie. Ondanks de hoge snelheid van het systeem gebruikt het aanzienlijk minder vermogen dan traditionele servers. De besparing komt vooral op het conto van de nieuwe Power4-processor, die per stuk nog maar 13 watt consumeert. Zijn voorganger, de Power3, slorpte 20 watt per stuk op. De energie-opname per processor zegt niet zoveel, interessanter zijn de cijfers per systeem. “Een p690 kost jaarlijks zo’n 6000 gulden aan elektriciteit. Andere servers met een vergelijkbare kracht verstoken per jaar een veelvoud van dat bedrag”, zegt Simon de Koning, directeur van IBM’s Enterprise Systems Group. De vermogensconsumptie van het systeem is lager gemaakt door onder andere de spanning waarop de chips werken, te verlagen. Bovendien zijn de individuele schakelingen op de chip dichter bijeen geplaatst. De Power4-chip heeft zo’n 170 miljoen transistorschakelingen aan boord, de Power3 had er ‘slechts’ 23 miljoen. Robuust “De p690 is een Unix-machine, maar het systeem moet wel net zo betrouwbaar zijn als onze oude mainframes”, zegt De Koning. Om dit voor elkaar te brengen, is de machine voorzien van een groot aantal sensoren, die de vitale functies van het apparaat in de gaten houden. “Het zijn er zo’n 5600”, zegt Cor van der Struijf, productmanager van de p-series. Het werken met sensoren is afgekeken van het immuunsysteem van de mens. Een mogelijke storing (of bacterie) wordt direct en automatisch onschadelijk gemaakt. De techniek hiervoor is ontwikkeld in het kader van het project e-Liza. Dit project beoogt de servers van IBM op termijn geheel autonoom te maken. Dat wil zeggen dat de apparatuur zelf de optimale configuratie kan instellen en dat fouten vanzelf worden hersteld. De configuratie van het systeem kan worden geregeld via partitionering, een techniek die is afgekeken van het aloude mainframe. Dat houdt in, dat de onderdelen van een server dynamisch kunnen worden toegewezen aan bepaalde applicaties. Ook is het mogelijk om verschillende besturingssystemen door elkaar heen te gebruiken. In het geval van de p690 wil dat zeggen Unix (de IBM-uitvoering AIX vanaf versie 5.1) en ook Linux. Het regelen van die hele configuratie wordt gedaan door een onderdeel van het besturingssysteem. Dit onderdeel is Hypervisor gedoopt.