SaaS slaat sneller aan dan verwacht
Een mooi voorbeeld van de verschuiving die in het softwarelandschap gaande is, is het antwoord dat de bedrijven vorig jaar gaven op de vraag naar hun verwachte softwarebudgetverdeling tussen traditionele licentiemodellen, abonnements-/on-demand-modellen, transactiegebaseerde modellen en overige. De verwachte percentages voor traditioneel (65 procent van het budget) en on-demand (21 procent) zijn bij navraag dit jaar al bijna gerealiseerd. Daarbij zijn het vooral de bedrijven met minder dan honderd werknemers die hun softwarebudget deels (26 procent) aan SaaS besteden. Bedrijven met meer dan duizend medewerkers geven 11 procent van hun softwarebudget uit aan SaaS. McKinsey ziet drie categorieën van SaaS-platforms ontstaan. Ten eerste zijn er de ‘delivery platforms’, met als varianten managed hosting en ‘cloud computing’ (IBM, Amazon EC2, Google). Ten tweede is er de nog onbekende categorie van de aparte SaaS-ontwikkelplatforms die ontwikkelaars rechtstreeks ‘in de internetwolk’ laten programmeren (Bungee Labs, Coghead). Als derde variant zijn er platforms die rond een applicatie zijn ontstaan (Salesforce.com, NetSuite, WebEx). Bijna driekwart van de respondenten zegt in de toekomst zeker met ten minste een van die platforms te werken. Alleen de allergrootste bedrijven (>25.000 medewerkers) houden liever wat meer grip op hun applicaties. De belangrijkste reden die de bedrijven voor hun keuzes opgeven blijkt verrassenderwijs niet ‘lagere kosten’. Hoewel de kosten vaak wel als tweede of derde genoemd worden, blijkt bij verreweg de meesten (27 procent) de snelheid van invoering in combinatie met het integratiegemak het allerbelangrijkste. De bekendheid van een leverancier blijkt voor zeer weinig respondenten van groot belang.