Second Life is helemáál geen spelletje
Het aantal ‘residents’ (bewoners) dat zich nu heeft aangemeld in de virtuele wereld is de 750.000 gepasseerd; 16.000 daarvan zijn Nederlanders. Hun aantal groeit maandelijks met maar liefst 20 tot 25 procent.
EPN vond het verschijnsel zo intrigerend dat het platform er een onderzoek aan wijdde. Het blijkt dat veel gebruikers meer dan 20 uur per week doorbrengen in Second Life. Desondanks is er geen sprake van vluchtgedrag of verslaving, meent EPN. Wie in Second Life actief is, doet het ook in het ‘echte leven’ goed. Het zijn vooral mensen uit creatieve beroepen en de IT, die hun heil zoeken in de virtuele omgeving. Naast allerlei interessante sociale aspecten biedt Second Life volgens EPN misschien wel een geheel nieuwe interface tussen mens en computer, bijvoorbeeld te gebruiken als 3D-webwinkel.
Avatar
Second Life is een driedimensionale online omgeving voor een onbeperkt aantal gelijktijdige gebruikers, die betreden kan worden via een programma (niet via de browser). Nieuwkomers kiezen eerst een naam en bepalen de uiterlijke kenmerken van hun virtuele tegenhanger (avatar); fysieke kenmerken en kleding zijn geheel naar eigen smaak aan te passen. Bewoners kunnen vervolgens de driedimensionele wereld betreden die door anderen is gebouwd, en die inmiddels 215 denkbeeldige vierkante kilometers beslaat.Onderzoeker Tom van der Maas van EPN raakte geïntrigeerd door Second Life, toen hij anderen ermee zag experimenteren. “Ik bedacht: zó’n nieuwe interface zou wel eens heel wat kunnen gaan betekenen.” Het onderzoek past volgens hem goed in het thema ‘interrealiteit’, een van de speerpunten van EPN. Het bijzondere aan Second Life is dat alle virtuele vormen – huizen, fonteinen, allerlei attributen – door bewoners zijn gemaakt. Sommige delen lijken op de echte wereld; andere zijn geheel fictief. Er vormen zich gemeenschappen die hun eigen regels vaststellen. De munteenheid – de Linden Dollar, waarvan je er 280 koopt voor een echte dollar – wordt vooral gebruikt in de handel in onroerend goed en kledingstukken. Een aantal Second Life-bewoners voorziet al in zijn levensonderhoud met het kunstig in elkaar programmeren van modeartikelen. De Linden Dollars zijn immers ook weer om te ruilen in echte dollars.
Oprichter en CEO Philip Rosenberg van Linden Labs, dat Second Life in 2003 begon, wist vorige week op de ‘crossmedia’-conferentie Picnic ’06 het publiek aan zich gekluisterd, toen hij nieuwe mogelijke toepassingen opsomde. “Een muziekgroep heeft al een virtueel concert gegeven. Een aspirant-regisseur kan in Second Life zijn eigen filmset bouwen en een film opnemen.” Een wat serieuzere toepassing: “Het is in te zetten als een trainings- en simulatiemiddel. Hoe laad je kratten voedsel en medicijnen in een virtueel noodhulpvliegtuig?” Een psychiatrieprofessor aan de universiteit van California heeft zijn studenten in Second Life laten ervaren wat hallucinaties zijn. Een andere professor geeft er inmiddels zijn colleges.
Marketing
EMEA-directeur Andrew McGregor van het PR-bureau Text 100 kwam op Picnic vertellen dat zijn bedrijf net zijn 30e kantoor heeft geopend – in Second Life wel te verstaan. Hij houdt er vergaderingen met medewerkers, maar ook voor zijn klanten wordt het relevant als platform om nieuwe producten te testen. Toyota en Adidas experimenteren daar al mee.Second Life ontwikkelt zich overigens net zo als de echte wereld; modeontwerpen worden zonder gêne gekopieerd, bewoners worden lastiggevallen en net zoals bij het oorspronkelijke internet is de sexbranche (waaronder een kopie van de Amsterdamse Wallen) in Second Life rijk vertegenwoordigd.