Singapore, global hub
De boodschap komt bij alle Singaporezen luid en duidelijk over dankzij de door de overheid gecontroleerde pers. Bovendien is geen sprake van een debat over zoiets fundamenteels als de koers van het land is in het ambitieuze Singapore. De regering zet immers de lijnen uit die de burgers met grote inzet en ogenschijnlijk zonder morren volgen – de vertolkers van het oppositionele geluid worden in de media als dorpsgekken afgeschilderd. De Singaporese aanpak heeft succes: nog één containerhaven erbij en het eiland ter grootte van Zuid-Limburg is inderdaad de grootste haven van de planeet. En wat de ICT-doelstelling betreft: nu al zegt het land gevestigde internetnaties als Amerika voorbij te streven in computer- en internet-penetratie. Global hub Het economische succes van de stadstaat schuilt in de knooppuntfunctie die hij heeft. Singapore is een ‘global hub’. Met de haven en het vliegveld is het een transport-hub. Ook is het een knooppunt voor de zakelijke en financiële wereld: veel banken en multinationals hebben hier hun Aziatisch hoofdkwartier. Sinds kort realiseert de regering zich nu dat het eiland een hub kan zijn voor het mondiale telefoon- en dataverkeer en aldus voor ICT, hetgeen men in Singapore aanduidt met Infocomm. En dus komen er vier dikke communicatiekabels uit zee die over twee jaar een capaciteit hebben van 8 terabits per seconde. Van hieruit kan het dataverkeer dan verder de Aziatische regio in. Daar zit handel in, heeft de overheid becijferd: in 2005 moet de Infocomm-industrie bijna 60 miljard gulden opleveren, ruim een kwart van het bruto nationale product van Singapore. De Infocomm Development Authority (IDA) heeft de opdracht dit voor elkaar te krijgen. De IDA is namens de regering de spin in het web van Singapore’s verregaande ICT-ambities. Ze maakt plannen en verordonneert ze dan. Aldus kreeg Singapore als enige land ter wereld een volledig dekkend ADSL-breedbandnet. Nou ja, 99 procent dekkend, zo luidt het belegen grapje van de IDA-mensen, want voor 1 procent van het eilandoppervlak is de halve megabyte per seconde niet bereikbaar. Dat zijn de begraafplaatsen en golfterreinen van Singapore. Planning Opmerkelijk genoeg schrijft niemand de verschillende ministeries, raden en agentschappen van de overheid voor welke hard- en software, computersystemen en -leveranciers ze moeten gebruiken. Maar verder komt de IDA (lees: de regering) met talloze voorschriften om van Singapore de gedroomde Infocomm-hub te maken. In 2003 moeten er bijvoorbeeld 32 duizend midden- en kleinbedrijven zijn die hun waar via e-commerce aanbieden. In hetzelfde jaar moeten minstens 136 duizend mensen in de ICT werken. Verder steekt de overheid de komende zes jaar ruim 400 miljoen gulden per jaar in het ‘oplijnen van scholen voor de 21ste eeuw’, zoals de IDA-formulering luidt. In computerlokalen staan de laatste modellen en leerlingen mogen een laptop mee naar huis nemen als ware het een bibliotheekboek. Ook maakt voortaan elke jonge cyberpreneur met een goed idee voor een dotcom een grote kans op overheidsgeld en ruime aandacht in de media. Winst maken is van later zorg. De overheid – in haar rol van alwetende leraar – geeft vanzelfsprekend in alles het goede voorbeeld. De publieke sector zet wat de IDA betreft de trend, innoveert en experimenteert, zodat de private sector zich hieraan kan optrekken. De komende drie jaar geeft de regering dan ook ruim 2 miljard gulden uit om de collectieve sector te laten aanhaken bij ‘de derde industriële revolutie’, want zo ziet Singapore Infocomm. Het geld gaat bijvoorbeeld op aan ‘eCitizen online’: zo’n tweehonderd overheidsdiensten die via één website bereikbaar zijn – ‘one stop, non stop’. En dat gaat op z’n Singaporees: van de wieg tot het graf staat de overheid – nu dus online – klaar om haar burgers te helpen, te sturen en waar nodig te corrigeren. Tot aan het vinden van een huwelijkspartner aan toe. De ‘matching-site’ van de ‘People’s Association’ van het ministerie van Samenleving en Sport maakt van de Singaporese regering de grootste koppelaarster ter wereld. De afgelopen vijftien jaar maakten gemiddeld zeventig bruidsparen per week de gang naar het altaar. Of het nu is voor het doen van aangifte van geboorte, het vinden van de juiste school, passend werk, gezondheidszorg, een huur- of koophuis, het doen van aangifte en het betalen van een bekeuring – het zou online allemaal moeten kunnen via de eCitizen-site. Zou moeten kunnen, want deze overheidssite werkt niet altijd. En als ie werkt blijkt de online-service vaak te bestaan uit het downloaden van een formulier dat men kan faxen of via de post kan versturen. Niettemin claimt de regering miljoenen hits per maand te krijgen. Elektronisch bewijsmiddel Waar de regering van Singapore met het eCitizen-project de temperatuur van het badwater voelt, springt het er voluit in met de ambitieuze Public Service Infrastructure (PSI) – de ‘elektronische overheid’. Dit project dient er grof gezegd toe te leiden dat de burger nimmer de deur uit hoeft als hij in op wat voor manier dan ook in contact moet treden met de overheid. Een consortium van Sun Microsystems, iPlanet en Ecquaria Technologies heeft het project weten te bemachtigen na openbare inschrijving. De drie leveren de fysieke infrastructuur, de middelen voor het elektronisch betalen met pinpas of creditcard van boetes en leges en het rechtsgeldig maken van officiële, digitaal gestempelde documenten. Een wet waarmee elektronische stukken als bewijsmiddel worden geaccepteerd, heeft de juridische basis gelegd voor de elektronische samenleving van Singapore. Zo haalt de Singaporese regering jaar na jaar de ene na de andere zelfgeformuleerde Infocomm-doelstelling. Op één na, die waarbij de stadstaat zich voorneemt een mondiaal knooppunt te worden voor e-commerce (B2C). Hoewel in Singapore bijna tweederde van de huishoudens een computer heeft en bijna een kwart van de bevolking gemiddeld vijf uur per week aan het internetten is, komt het online-winkelen nauwelijks van de grond. Je kunt de burgers van Singapore inspraak weigeren en ze opdragen hun levenspartner te vinden, maar van de favoriete vrijetijdsbesteding moet de regering afblijven: het shoppen in shopping malls. Computerpenetratie: 59 procent (in 1987 11 procent), daarmee claimt Singapore voor te liggen op de VS (54 procent), Japan (42 procent) en Australië (47 procent). Internetaansluitingen: 42 procent (448 duizend aansluitingen, waarvan 40 procent sinds een jaar). In 1996 was dat 9 procent en in 1997 14 procent. Meestal (80 procent) zijn er twee gebruikers per computer, in 16 procent van de huishoudens met een computer staat er meer dan één. Singaporezen zitten er gemiddeld 6,3 uur per week achter, waarvan 4,7 uur op internet. 5 Procent van de gebruikers zit langer dan 15 uur per week te internetten. Het gebruik van internet is vooral e- mailen (87 procent) en informatiewinning (70 procent), e-commerce is nog in de ‘early adopters-fase’; aan home shopping, meest boeken, doet maar 8 procent van de internetters. Ze geven daaraan nog maar weinig geld uit: gemiddeld 150 gulden over de afgelopen zes maanden.