Uitvinden
Bij mijn weten is word processor in 1970 bedacht door het bedrijf ITEL (nee, niet Intel). Het woord tekstverwerker is in 1982, twaalf jaar later, voor het eerst opgetekend. Wie het heeft bedacht en wanneer precies, valt niet meer te achterhalen. Het begin van de jaren tachtig is in de computergeschiedenis zoiets als de steentijd; zelfs brons en ijzer moesten toen nog worden uitgevonden. Als ik nu tekstverwerker gebruik, bedoel ik een computerprogramma voor het schrijven en bewerken van teksten. Zo staat het ook in de Grote Van Dale. Maar wel als tweede betekenis. De eerste betekenis, dat wil zeggen: de oorspronkelijke betekenis, is volgens Van Dale: ‘personal computer waarmee men, bij gebruik van een daarvoor bestemd programma, teksten kan schrijven en bewerken’. Een vergelijkbare omschrijving vond ik in een neologismenwoordenboekje uit 1984. Daarin wordt tekstverwerker omschreven als ‘apparaat bestaande uit een terminal, een diskettestation en een printer; de tekst wordt via het toetsenbord in het geheugen gezet. Van daar kan deze weer op het beeldscherm opgeroepen worden; via de printer kan de tekst worden afgedrukt’. We lezen hier de tekst van een verbaasde ooggetuige die de bronstijd ziet aanbreken. Aan alles proef je dat hij de nieuwe technologische ontwikkelingen beschrijft zonder ze echt te doorgronden. Ik vraag me trouwens af of de eerste lezers van dat neologismenboekje begrepen wat dat nou precies voor een apparaat was (‘de tekst wordt via het toetsenbord in het geheugen gezet’). De huidige betekenis van tekstverwerker – computerprogramma voor het schrijven en bewerken van teksten – is in die neologismenverzameling nog niet te vinden. Die zal dus later zijn ontstaan. Wat kun je hieruit nou opmaken? Dat taal zich maar moeilijk laat beteugelen. Je kunt wel een nieuw woord bedenken, maar je hebt niet in de hand hoe de goegemeente het vervolgens gebruikt. Anders gezegd: je kunt wel iets uitvinden, maar daarna gaan anderen ermee op de loop. Bij een technische uitvinding kan dat ontzettend vervelend zijn. Bij het uitvinden van een woord zou dat juist de bedoeling moeten zijn. Je kunt in je krant, in je rapport of achter je pc net zoveel nieuwe woorden bedenken als je zelf wilt, maar als anderen ze niet gebruiken, heeft dat geen effect. Woorden leven pas als mensen ze gebruiken; die moeten ze in de mond nemen, erop kauwen, ze verteren en – desnoods – ze een andere betekenis geven. Mocht u dus nog eens van plan zijn een nieuw IT-woord de wereld in te slingeren, wees dan daarop voorbereid. e.sanders@wkths.nl