Vier stappen naar online samenwerken
Dat laatste beweerde ‘social software goeroe’ Marco Derksen voor een publiek van voornamelijk mensen uit het hoger onderwijs, op de SURFnet relatiedagen. Een speciale sessie was daar gewijd aan social software, dat veel mogelijkheden biedt in de onderwijsomgeving. Pierre Gorissen van de Fontys Hogeschool - en opperblogger van het ICT en onderwijs weblog - opende de presentatie met een gewaagde demo van een aantal tools. Gewaagd omdat de techniek tijdens een dergelijke voordracht nogal eens hapert, en Gorissen nou juist wilde aantonen hoe eenvoudig de tools te gebruiken zijn. Hij had geluk: de live audioopname die hij via Gabcast op zijn weblog wil plaatsen komt er meteen ongeschonden terecht, en de live videoopname komt via Dailymotion eveneens snel en goed op dezelfde bestemming aan. "Flickr, wiki’s, Google video, podcast, weblogs: het zijn allemaal instrumenten die je binnen 5 minuten start, en waar je ook in minder dan 5 minuten een nieuwe posting, foto of video aan kunt toevoegen", aldus Gorissen. Meer nodig Maar het ter beschikking hebben van talloze gratis, gebruiksvriendelijke tools maakt nog geen levendige community, waar mensen komen, terugkomen en actief gaan participeren. Daarvoor is meer nodig, merkte Marco Derksen tijdens het opzetten van zijn weblog Marketingfacts.nl. Hij startte de blog als een soort kennisdatabase, een plek waar hij zijn eigen feiten, nieuws en weetjes kwijt kon. In de loop van de tijd kwamen er ook bezoekers: vooral klanten en collega’s, een enkeling ging actief meedoen. Tot op een moment een bepaalde kritische massa was bereikt en de bezoekersaantallen exponentieel gingen stijgen. Op dit moment trekt Marketingfacts.nl zo’n 80.000 unieke bezoekers per maand, voor het grootste deel werkenden tussen de 25 en 39 jaar met een hbo of universitaire opleiding. De tweede grote groep bezoekers zijn studenten. Derksen houdt dat nauwkeurig in de gaten: meten en monitoren is noodzakelijk voor iedere community, vindt hij. Al was het alleen maar om de waardering van de content te onderzoeken, en die op de wensen van de bezoekers aan te passen. Twee modellen De praktijkervaring die Derksen heeft opgedaan met Marketingfacts.nl en met verschillende bedrijfslogs die hij heeft opgezet of ondersteund heeft hij vertaald naar een model, of eigenlijk naar twee modellen. Het eerste model laat zien hoe bezoekers de community in ‘gezogen’ worden: ze komen binnen als ‘stranger’ en eindigen als ‘evangelist’. Dat gebeurt niet met alle bezoekers. In ieder stadium stroomt ongeveer 10 procent door. Van de 100.000 bezoekers, ‘strangers’, komen er 10.000 regelmatig terug, de ‘lurkers’; van die 10.000 gaan er 1000 actief meediscussiëren, de ‘participanten’, en van die 1000 groeien er 100 uit tot vaste co-creators, de ‘evangelisten’. Iedere groep is nodig voor een levendige community: een online gemeenschap waarin iedereen aan het roer staat werkt niet; een gemeenschap waarin slechts een enkeling input geeft werkt ook niet. "Die 10 procent-regel is een vuistregel die bijna altijd opgaat", zegt Derksen. "Ook in een kleine community: 100 regelmatige bezoekers, 10 participanten en 1 enthousiaste voortrekker zijn voldoende om te zorgen dat het niet doodbloedt". Derksen zocht naar de kritische succesfactoren om van een voldoende aantal ‘strangers’ uiteindelijk ‘evangelisten’ te maken en kwam tot een tweede model. Dat beschrijft de vier stappen die nodig zijn om steeds 10 procent van de bezoekers naar een volgend niveau van deelnemerschap te brengen. Stap 1 is het krijgen van bezoekers op je weblog: zorg voor een goede ranking in de zoekmachines, zorg dat links naar jouw blog op andere sites staan, plaats reacties op andere sites, zorg, kortom, voor promotie. "Kijk ook waar bezoekers vandaan komen", zegt Derksen. "Wanneer 100 procent van de bezoekers via de zoekmachines op jouw weblog komt, geeft dat veel instabiliteit in de bezoekersaantallen." In de tweede stap is de content cruciaal: bezoekers zullen alleen terugkomen als er regelmatig nieuwe artikelen van goede kwaliteit op de pagina verschijnen. "Op Marketingfacts.nl zijn dat zo’n 5 tot 15 berichten per dag. Voor sommigen is dat overigens alweer teveel. We proberen het nieuws altijd goed te doseren." Stap 3 draait om interactie: terugkerende bezoekers moeten actief worden. Zelf snel reageren op bezoekersreacties is onmisbaar om de discussie op gang te brengen, zegt Derksen. Uiteindelijk komt dan het 4e niveau in beeld: co-creatie. In dat stadium zijn er meerdere actieve bezoekers die bijdragen gaan leveren aan de weblog. Bij Marketingfacts zijn dat er zo’n 100: de helft daarvan plaatst zelf berichten op de weblog, de andere helft ‘voedt’ Derksen en zijn kompanen met nieuws via e-mail of andere kanalen. Dit model werkt volgens Derksen op het ‘vrije’ internet, maar ook in bedrijven of in het onderwijs. "Je hebt altijd iemand nodig die de kar trekt, en een paar hele enthousiaste mensen. Heb je die niet, dan ligt de community binnen de kortste keren weer op zijn gat. Begin klein, en probeer het langzaam uit te bouwen. Het model dwingt je consequent na te denken of je op de goede weg bent." linkswww.gorissen.info/pierre (blog van Gorissen)www.marketingfacts.nlwww.upstream.nl (blog van Derksen)