VN: grote rol ICT in armoedebestrijding
De opstellers verwerpen het gezichtspunt dat technologie voornamelijk een luxe is voor mensen in de rijke landen. Technologie is juist een instrument voor ontwikkeling en niet alleen een uitvloeisel daarvan, aldus het rapport. Volgens het UNDP mag het creëren van technologie die relevant is voor ontwikkelingslanden niet alleen aan de marktsector worden overgelaten. Op die manier zal technologie niet terecht komen bij de mensen die daar het meeste baat bij hebben, vrezen de onderzoekers. Daarom is nationaal technologiebeleid nodig, aangevuld met mondiale regelgeving. Informatie- en communicatietechnologie vergroot onder meer de toegang tot informatie en onderwijs. Ook kan ICT economische, geografische en sociale barrières omzeilen, aldus de UNDP. Het rapport noemt als voorbeelden gezondheidsnetwerken in onder meer Ghana en Nepal, afstandsonderwijs in Turkije en het scheppen van banen in Costa Rica, India en Zuid-Afrika. Arme mensen kunnen technische middelen zoals e-mail ook aangrijpen om de politieke besluitvorming te beïnvloeden. De kansen die ICT biedt zijn weliswaar groot, maar worden volgens het HDR nog onvoldoende aangegrepen. De particuliere sector houdt alleen rekening met behoeften en wensen van consumenten met hoge inkomens. Mensen die weinig te besteden hebben, zijn voor deze aanbieders niet interessant. De overheid biedt zowel in de hoogontwikkelde als de ontwikkelingslanden onvoldoende ondersteunning aan initiatieven die de tekortkomingen van de vrije markt kunnen compenseren, aldus het rapport. Het Human Development Report geeft in een ranglijst aan hoe ieder land scoort op een reeks indicatoren zoals reëel inkomen, onderwijs en levensverwachting. Nederland staat in dit overzicht van 162 landen op de achtste plaats. Koploper is Noorwegen, gevolgd door Australië, Canada, Zweden, België, de Verenigde Staten en IJsland. Japan en Finland maken de toptien vol.