Voorwaardelijke eis in Jamby-zaak
Eilander, toen directeur van de directie ICT en nu van ICTU, had op basis van gefingeerde facturen 900.000 gulden en BTW over gemaakt naar BV’s van Adam Curry en Unico Glorie. Dit als schadevergoeding voor werkzaamheden door hun internetbedrijf Jamby. Zij meenden een overeenkomst te hebben met minister Hermans voor de ontwikkeling van Kennisnet, à raison van 15 miljoen gulden per jaar. Terwijl Jamby aan de slag ging, zochten OC&W-ambtenaren naar een constructie om de aanbestedingsregels te omzeilen. Directeur-generaal Vrolijk trok echter aan de noodrem en droeg Eilander op ‘een regeling te treffen’. Dat kwam neer op betaling aan verschillende BV’s. Diverse facturen met bedragen onder de aanbestedingsgrens zouden geen slapende honden, lees de accountants en de Kamer, wekken. Eilander beweert in opdracht van en in nauwe samenspraak met Vrolijk te hebben gehandeld. Vrolijk ontkent van de afwikkeling te hebben geweten. Eilander en zijn twee medewerkers handelden volgens hem op eigen houtje. De advocaten stelden dat de ambtelijke top Hermans wilde beschermen, die immers al vóór ‘Jamby’ de Kamer had beloofd alles netjes te zullen aanbesteden. Zelfs een deal tussen OC&W en het OM werd gesuggereerd waarbij OC&W Eilander c.s. zou ‘uitleveren’ in ruil voor niet-vervolging in de HBO-fraudezaak. De notulen en agenda’s van de periodieke overleggen tijdens welke Vrolijk en Eilander over Jamby zouden hebben overlegd waren verdwenen bij OC&W. Die van vergaderingen voor en na die periode bleken nog aanwezig.