Werkdruk daalt naar niveau van 1996
Tussen 1996 en 1998 is het percentage werkenden dat gebukt gaat onder een hoge werkdruk toegenomen van 30 tot 33. Sindsdien tekent zich echter weer een daling af. De werkdruk wordt in de definitie van CBS zowel bepaald door het werktempo als de tijdsdruk. Per saldo is de werkdruk in 2001 gelijk gebleven ten opzichte van het jaar ervoor. De arbeidsomstandigheden zijn het zwaarst in de horeca en in de communicatie, waar volgens een CBS-woordvoerster onder meer telecombedrijven onder vallen. Daar werkt 36 procent van het personeel onder hoge tijdsdruk. Positief is dat werkenden volgens het onderzoek opnieuw meer zelfstandigheid in hun werk hebben gekregen. In 2001 kon 72 procent zelf beslissen over de uitvoering van het werk. In1996 was 68 procent daartoe in staat. De lichamelijke werkbelasting is vorig jaar met enkele procentpunten gestegen. Zo had 45 procent te maken met langdurig werken in dezelfde houding, repeterende bewegingen en beeldschermwerk. In 1996 werkte 38 procent van de ondervraagden regelmatig achter een beeldscherm, in 2001 was dit opgelopen tot 45 procent. Koploper is de zakelijke en financiële dienstverlening, waar CBS ook automatiseringsbedrijven toe rekent. Vijf jaar geleden werkte daar reeds 68 procent met de computer, in 2001 zelfs 78 procent. (gke)