Woord kwijt?
Maar wat doe je nu als je niet op een woord kunt komen terwijl je in je eentje zit te schrijven achter je pc? Ik vermoed dat de meeste mensen dan voor dezelfde strategie kiezen. Ik bedoel: zelfs als de techniek andere mogelijkheden biedt – en daar kom ik zo op – betekent dit nog niet dat wíj veranderen. Wij blijven wie we zijn: noem het lui, noem het gemakzuchtig, noem het efficiënt, maar het eindresultaat is dat we meestal voor de snelste en makkelijkste oplossing kiezen. En als je niet op een woord kunt komen, is dat: ander woord nemen. Maar goed, we gaan nu uit van iemand die niet opgeeft, die per se dat ene woordje dat ongrijpbaar op het puntje van zijn tong blijft dansen, wil optikken. Hoe ga je dan te werk? Tot op heden zijn de mogelijkheden beperkt. Het gebeurt mij weleens dat ik een bepaald woord te vaak gebruik, en als me dat echt de keel gaat uithangen, klik ik naar een digitaal synoniemenwoordenboek op mijn pc. Ik kijk snel of ik iets van m’n gading vind en vervolgens ga ik zo snel mogelijk weer door met schrijven. Kortom, ik ben redelijk tevreden met de taalhulpmiddelen die we op dit moment voorhanden hebben. Maar er zijn wetenschappers die daar anders over denken, en een van hen is de Leidse taalkundige Fons Moerdijk. Onlangs wijdde Moerdijk in Amsterdam zijn inaugurele rede aan een nieuw soort woordenboek waarin het mogelijk moet zijn om op een makkelijke manier vanuit de definitie woorden te vinden. Het gaat hier om een toepassing in het Algemeen Nederlands Woordenboek, een digitaal woordenboek dat het Nederlands van 1970 tot 2020 gaat beschrijven. We moeten dus nog even geduld hebben, maar dan krijgen we ook wat! Het idee van Moerdijk is vrij simpel. Hij zegt: je moet de betekenis van een woord goed analyseren, om de voornaamste kenmerken vervolgens op een gestructureerde manier onder te brengen in een zogenoemd type-sjabloon. Als voorbeeld noemde hij de drankbenamingen. Onder alle dranknamen in een woordenboek zou een type-sjabloon moeten worden ‘gehangen’ met de volgende categorieën: kernwoord, samenstelling, bereidingswijze, grondstof, werking, kleur, smaak, gebruik, tijd/omstandigheid van gebruik, plaats, herkomst, bovencategorie en synoniem. Dit is niet de plaats om dieper op de taalkundige kanten van al die categorieën in te gaan, maar als zo’n sjabloon goed is ingevuld, moet je via mout, gerst en/of geel altijd uitkomen bij bier. Nou is bier een makkelijk voorbeeld. Het zal nog een hele heisa worden om sjablonen te maken voor bijvoorbeeld ziel, gevoel en denken. Ik twijfel niet aan het nut van dit overheidsproject. Taalkundig is het heel interessant en vernieuwend. Ook zie ik allerlei andere toepassingsmogelijkheden, bijvoorbeeld in hulpmiddelen voor mensen met afasie. Maar of de gemiddelde pc-gebruiker in 2020 veel gebruik zal maken van zo’n onomasiologisch woordenboek, zoals het formeel heet, betwijfel ik vooralsnog. Want zoals gezegd, als je niet op een woord kunt komen blijft de makkelijkste oplossing: ander woord kiezen. Er zijn er meestal genoeg. Reacties en aanvullingen naar e.sanders@wkths.nl