EU moet IT-beveiliging beter coördineren
Binnen de Europese Unie zijn de verschillen groot. De Zuid-Europese landen, enkele nieuwe lidstaten zoals Tsjechië, Hongarije en Slovenië, zijn heel wat minder volwassen in hun netwerkbeveiliging dan de noordelijke landen. Landen als de Baltische staten, Polen, Roemenië en Bulgarije besteden tot nu toe maar weinig aan IT-beveiliging, ook al omdat de pc-penetratie er minder is dan in de rest van de Europese Unie. Wat betreft toepassing van EU-wetten en -regelgeving ter bescherming tegen computercriminaliteit verschillen de lidstaten ook sterk. Zij moeten wel aan dezelfde wetten voldoen en zich houden aan standaarden als ISO 27001 of de PCI-DSS voor betaalkaarten, maar “een certificaat tonen is niet genoeg om een betere bescherming te verkrijgen”, stelt IDC. Computercriminelen profiteren juist van die verschillen door grensoverschrijdend te werken. IDC pleit daarom onder meer voor een betere coördinatie op EU-niveau voor het implementeren en verplicht stellen van maatregelen voor het beschermen van data en privacy en van wetten op het gebied van cybercrime.Eerder al had beveiliger F-Secure gepleit voor een internetinterpol. Eugene Kaspersky, topman van het gelijknamige softwarebedrijf, pleitte er tijdens de IDC-bijeenkomst ook voor. “Juist om het grensoverschrijdende karakter van computercriminaliteit is een internetinterpol een goed idee.” Kaspersky kreeg echter maar weinig bijval. Ilias Chantzos van Symantec zag er bijvoorbeeld weinig in. “Ik geloof niet in een wereldwijde regulering. Wat bereik je met een vloed aan reguleringen? Praktisch is een wereldwijde internetpolitie echt niet haalbaar. Kijk liever om te beginnen binnen de EU hoe je effectiever kunt samenwerken. De politie moet ook nog beter opgeleid worden hiervoor om de wetten beter te handhaven op dit gebied.”Eric Domage van IDC, vindt een internetinterpol ook wat veel gevraagd. “Er is al veel samenwerking op dit gebied binnen de EU. Maar ik geloof niet dat we nu een interpol zouden kunnen samenbrengen voor internet. Een goed begin zou volgens mij een ID-card zijn voor toegang tot het net.”