EU tegen monopolie op inktcartridges
Fabrikanten als Hewlett-Packard, Epson, Canon en Lexmark verdienen vooral geld aan de verkoop van inktreservoirs voor hun printers. HP bijvoorbeeld haalt jaarlijks 15 procent van zijn totale omzet (10 miljard dollar) binnen met de verkoop van inkt- en tonervullingen. De afdrukapparatuur zelf is naar verhouding goedkoop, maar een set inktcartridges (zwart en drie kleuren) is in sommige gevallen bijna even duur als de printer zelf. Voor veel printermodellen zijn 'alternatieve' cartridges op de markt, veelal tegen lagere prijzen dan de originele exemplaren. Sommige printerfabrikanten proberen deze concurrentie zoveel mogelijk de kop in te drukken, bijvoorbeeld door het aanbrengen van een identificatiechip in de cartridge. Ook waarschuwen fabrikanten dat alternatieve cartridges kwalitatief niet deugen en de printer kunnen beschadigen. Verder dreigen ze met juridische acties tegen producenten van alternatieve inktvullingen. Zo spande Canon een rechtszaak aan tegen het Duitse bedrijf Pelikan omdat zijn patenten zouden zijn geschonden. De Europese Commissie kondigde in mei een onderzoek aan naar mogelijke concurrentievervalsing door printerfabrikanten. Dit gebeurde naar aanleiding van klachten van consumenten. Volgens de zakenkrant Wall Street Journal is de Europese markt voor printerinkt goed voor 11 miljard dollar per jaar. Daarvan neemt HP 44 procent voor zijn rekening, Epson 25 procent en Lexmark 10 procent. (gke) Zie ook:EC onderzoekt praktijken van printerfabrikanten - 16 mei 2002