Europa doet zijn chipindustrie te kort
De Europese markt vertegenwoordigt circa 20 procent van de wereldmarkt voor halfgeleiders. De import van chips uit andere werelddelen is echter veel groter dan de export. "Europa trekt momenteel minder dan 10 procent van de investeringen in productiecapaciteit, wat betekent dat zijn toekomst reëel gevaar loopt", aldus de ESIA. Tot de leden behoren inheemse fabrikanten als Philips, Infineon en STMicroelectronics, maar ook Amerikaanse bedrijven met vestigingen in Europa zoals AMD, Intel, Micron en Texas Instruments. Zwakte De IT-sector heeft maar een beperkt aandeel in de Europese economie, constateert het rapport. In het bijzonder de massaproductie van consumentenelektronica blijft achter. Deze zwakte werkt remmend op de productiviteitsverhogende effecten die IT zou kunnen hebben en doet afbreuk aan het vermogen van de Europese chipsector om voldoende schaalgrootte te bereiken. Die schaalgrootte is nodig om standaarden voor producten en toepassingen te kunnen zetten. Bestaande stimuleringsregelingen van de EU voor onderzoek en ontwikkeling vertonen onvoldoende consistentie en samenhang, vindt de brancheorganisatie. Ook ontbeert Europa een gerichte regeling om buitenlandse investeringen in de chipsector te lokken, in tegenstelling tot de VS en diverse Aziatische landen. Het rapport bepleit zo’n gerichte aanpak in plaats van het bestaande multisectorale kader, dat heeft geleid tot vermindering van steun voor investeringen in geavanceerde productiefaciliteiten. Opkomende markten kennen juist wel gunstige stimuleringsregelingen. Volgens het rapport kunnen dergelijke verschillen ‘beslissend zijn voor de overleving van halfgeleiderbedrijven in de mondiale concurrentie’. Stimuleren De brancheorganisatie doet een reeks aanbevelingen om de concurrentiepositie van de Europese chipsector te versterken. Eén daarvan is realisering van de doelstelling uit het Lissabon-akkoord om minstens drie procent van het bruto binnenlands product aan R&D te besteden. Verder zou het Europese onderwijs meer met de bedrijfstak moeten samenwerken om de technologiesector aantrekkelijker te maken en de huidige ‘brain drain’ te stuiten. Een derde actiepunt is het opzetten van meer succesvolle samenwerkingsverbanden op R&D-gebied.