Europese R&D-pot zorgt voor miljoen banen
KP6, dat loopt van 2002 tot 2007, kende een subsidiepot van 17 miljard euro, waarvan 3,6 miljard voor ICT-gerelateerd onderzoek bestemd is. Die onderverdeling naar onderzoeksvelden is bij het zevende programma minder goed te maken omdat er voor een matrix-verdeling is gekozen. Voor negen onderzoeksgebieden is 44 miljard euro bestemd. ICT is de grootste ontvanger met 12,7 miljard euro. Bijvoorbeeld nanotechnologie staat op de rol voor 4,9 miljard. Bovenop die 44 miljard euro is er bijna 12 miljard beschikbaar voor ‘ideeën’: het ondersteunen van ‘door onderzoekers aangestuurd’ onderzoek op alle gebieden, en 7,1 miljard voor ‘mensen’: het versterken van het menselijk potentieel. ‘Capaciteiten’, de ondersteuning van sleutelelementen van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit, is goed voor 7,5 miljard. De commissie vergeleek de verwachte impact van het KP7-concept, dat overigens nog door de lidstaten gefiatteerd moet worden, met een ‘business-as-usual’-scenario waarin het subsidieniveau op ‘KP6-hoogte’ gehouden wordt en met een ‘do-nothing’-scenario waarin de EU R&D niet subsidieert. De winst van KP7 boven KP6 komt in 2030 uit op 925.000 extra banen, waarvan 215.000 in de research. Als de EU geen geld meer bijlegt gaan er juist 800.000 banen verloren in Europa, waarvan 87.000 in de onderzoekswereld. Het BBP loopt dan met 0,84 procent terug. Overigens flatteert de EC de eigen inspanningen door budgetten als die van de Europese Investeringsbank, de Structuurfondsen en bijvoorbeeld de nationale onderzoeksprogramma’s bij het eigen KP7-budget op te tellen. Deze KP7- pot zelf is gevuld met ongeveer 34 miljard euro. De commissie houdt vast aan het voornemen van Lissabon om van de EU in 2010 ’s werelds meest dynamische en concurrerende kenniseconomie te maken. Daartoe moet 3 procent van het BBP aan onderzoek en ontwikkeling worden gespendeerd.