Nederland koploper in Europa met telewerk
Opmerkelijk is dat in Nederland het thuiswerken meer een ad-hocoplossing voor crisissituaties is dan een structurele indeling van de werkzaamheden. Philip Todd, directeur van het E-werkforum, bevestigt deze conclusies.
Nieuwe vragen
In tegenstelling tot het eerste SCP-rapport ‘ICT en samenleving’ uit 2001 heeft de 2007-versie niet een echte rode draad, zegt medeauteur Jos de Haan van SCP. “Destijds maakten we ons zorgen over de digitale kloof tussen de internetgeneratie en de ouderen. Nu is eigenlijk iedereen online en krijg je veel nieuwe vragen als ‘wat doen mensen met internet en is er verschil tussen groepen mensen?’” Een van de onderwerpen die Fontys en SCP aansnijden, draait om de gevolgen van ‘e-werk’ op werkenden. Nederland behoort bij de top in de wereld met het aantal mobiele werkers. Zo’n 46 procent is minimaal een paar uur per week onderweg voor zijn werk. Het gemiddelde in Europa ligt op 28 procent; in de VS gaat het om 32 procent. In verhouding maakt deze groep weinig gebruik van ICT. In Nederland behoort, net als bij het Europees gemiddelde, 4 procent van de beroepsbevolking tot de groep intensieve mobiele e-werkers. Die zijn meer dan tien uur per week onderweg, gebruiken dan e-mail en internet en leggen contact met bedrijfssystemen. In de VS bedraagt dat percentage 6 procent.
Organiseren
De onderzoekers concluderen dat het organiseren van processen bij mensen die elkaar niet heel regelmatig face-to-face ontmoeten, lastiger is. Voor de betrokkenen betekent de werkwijze vaak wel een verhoging van de flexibiliteit, de autonomie en de interesse in het werk, wat allemaal positief wordt ervaren. De onderzoekers concluderen dat de mogelijkheden het best worden benut door de voorwaarden voor virtuele interactie te optimaliseren.