Nederlandse Aardolie Maatschappij
De gastoestellen in de Nederlandse huishoudens zijn afgestemd op de verbrandingswaarde van het gas dat bij Slochteren wordt gewonnen. Dit zogeheten Groningen-gas heeft een betrekkelijk lage calorische waarde. Gas uit de Noordzee heeft doorgaans een veel hogere calorische waarde en gaat daarom rechtstreeks naar afnemers met een grote energiebehoefte, zoals elektriciteitscentrales en grote industrieën. De NAM maakt daarnaast het hoog calorisch gas geschikt voor huishoudelijk gebruik door het te mengen met laag calorisch gas en door er stikstof aan toe te voegen. Op het productieplatform is het gas al voorbehandeld, door het te ontdoen van water. In Den Helder wordt het gas verder behandeld, zodat het aan de afleveringseisen van Gasunie voldoet. Zo worden vloeistoffen die van nature in gas voorkomen, eruit verwijderd. Dit zijn resten waterdamp en – voornamelijk – condensaat: een soort benzine. Via speciale beeldschermen zijn de bedienaars in staat de parameters van het binnenkomende gas exact af te lezen. Ook het verdere behandelingsproces wordt met de schermen in de gaten gehouden. Hiervoor wordt een digitaal controlesysteem gebruikt dat is ontwikkeld door de Japanse fabrikant Yokogawa. Het meet- en regelsysteem is aangesloten op ongeveer twaalfhonderd sensoren, die bij iedere stap van het mengproces de vinger aan de pols houden. Dat de regelsystemen uit Japan afkomstig zijn, is te zien aan het feit dat de schermen schuin staan opgesteld. Japanse werkers zijn namelijk gewend om staand hun werk aan het beeldscherm te doen. De Nederlander denkt daar anders over en speciaal voor hem is een verhoogde uitvoering van de regeltafels gemaakt, zodat de lange benen eronder passen wanneer de gebruiker zit. Elke aanvoerpijp van gas (met lengtes van respectievelijk 260, 120 en 80 kilometer) heeft een eigen regelgedeelte. Zo is de hele achterwand van de regelkamer bedoeld voor registratie van de verwerking van laagcalorisch gas. De apparatuur hiervoor is overigens ontwikkeld door Honeywell. De regelpanelen aan de linkerzijde dienen voor het bewaken van de sectie hoogcalorisch gas. De drie pijpleidingen zorgen voor transport van gas vanaf zo’n 25 locaties, verspreid over de hele Noordzee. Het transport van gas is een taak van de zogeheten dispatcher. Deze functionaris heeft de rechterzijde van de controlekamer tot zijn beschikking. Op deze plek wordt gecontroleerd of vraag en aanbod van gas wel met elkaar in evenwicht zijn. In de controlekamer is speciale aandacht besteed aan de verlichting, waarbij de grootste aandacht werd gegeven aan het voorkomen van hinderlijke schitteringen en reflecties in de schermen. Na veel experimenten is uiteindelijk gekozen voor een niet al te zwakke, indirecte verlichting die voor alle medewerkers acceptabel is. Normaliter wordt de controlekamer bemand door twee personen, tijdens piekuren of bij een technische storing kan dit sporadisch oplopen tot vijf à zes mensen.