Groei in data uitdaging voor beheerders
Volgens Duplessie heeft de beheerder steeds meer op zijn bordje gekregen, waarbij hij de zekerheid van vroeger heeft in moeten ruilen voor de flexibiliteit van tegenwoordig. In het mainframetijdperk was het beheer van data geen al te grote klus. “Het was eigenlijk alleen maar hard werken, maar het probleemgebied was overzichtelijk. Alle data werden gegenereerd door transactieverwerking, en het resultaat was een hele hoop kleine informatieblokjes. Het enige probleem toen was de gestage groei van dat aantal blocks”, aldus Duplessie.
Die situatie bleef voortbestaan tot het midden van de jaren tachtig, toen een tweede golf zich aandiende in de vorm van gedistribueerde verwerking. Duplessie: “Als je helemaal correct wil zijn, dan is er ook nog een ‘golf 1.1’ geweest, aangezwengeld door de komst van de minicomputer. Maar die mini was eigenlijk meer van hetzelfde (lees: mainframes) maar dan kleiner en met alle nadelen van het ‘big iron’.”
De tweede golf, gedistribueerde verwerking, kan het best worden gevangen in de stelling dat ICT van iedereen is. Er is geen unieke partij meer die de hele voedselketen in zijn handen heeft. “Zelfs partijen waarvan iedereen dacht dat ze de absolute macht hadden, denk bijvoorbeeld aan Intel en Microsoft, lieten bepaalde onderdelen en applicaties gewoon door derden ontwikkelen. De beheerder van de data merkte dat er iets aan de hand was, hij werd geconfronteerd met een veel grotere toename van de te beheren hoeveelheden dan in de voorgaande tijd. De gestage groei van 26 procent per jaar sinds de jaren vijftig werd plotseling een groei van meer dan 100 procent per jaar”, zegt Duplessie.
En nu? Nu zitten we alweer een tijdje in de derde golf. “Noem het het internet-tijdperk, een situatie waarin gegevens van zoveel kanten worden gegenereerd dat het bijna niet meer mogelijk is om door de bomen het bos nog te zien. Iedereen genereert ‘content’, op elke gewenste plaats en elk gewenst tijdstip. Critici zeggen weleens dat dat vooral gebeurt in het consumentenvlak, maar ze vergeten dat ontwikkelingen in de consumentensfeer op termijn onvermijdelijk ook in de zakelijke omgeving gaan doordringen”, voorspelt Duplessie.
Momenteel is bijna iedereen aangesloten op een informatiesysteem en heeft iedereen ook de gelegenheid om gegevens te genereren. Duplessie: “En daar komt nog bij dat je absoluut niet meer weet waar de gegevens zich bevinden. Vroeger, bij een mainframe, kon je precies aanwijzen waar een bestand was opgeslagen. Maar tegenwoordig? Het zit ergens in ‘de wolk’, het symbool waarmee een netwerk voor het gemak wordt aangeduid.”
Een extra verrassing voor de meeste beheerders is dat de drie golven niet op zichzelf staan. “De datagroei die het gevolg is van golf één, gaat gewoon door. Hetzelfde geldt voor golf twee en natuurlijk voor golf drie. Het is allemaal cumulatief, al overheerst de derde golf het beeld. Over drie tot vijf jaar zal 65 procent van de bedrijfsgegevens zijn ontstaan op internet, en over 10 tot 15 jaar zal 95 procent van de bedrijfsdata uit internet zijn ontsproten”, aldus Duplessie.
Een mooi voorbeeld van de verwevenheid van de drie golven is Google. Dat bedrijf heeft een gigantische berg gegevens onder zijn hoede, waarvan 99,5 procent is gevormd in golf drie. De administratie van het geheel wordt gedaan met mainframes, typisch de eerste golf. De kantoorautomatisering, marketing en softwareontwikkeling vinden plaats op apparatuur uit de tweede golf. “Is Google een uitzondering?”, vraagt Duplessie zich af, om meteen zelf het antwoord te geven: “Nee, ze werken net zoals iedereen.” /r.keijzer@sdu.nl