Steeds meer Linux in Terneuzen
"Ik was thuis al een paar jaar met Linux aan de gang en dit was een goede gelegenheid om eens te kijken of er ook mogelijkheden waren op het werk." Hij installeerde een open source-proxy-server op de afgeschreven machine en nam die vervolgens weer in gebruik. "Ik wilde zien hoe deze software zich in de praktijk van het netwerk hield." Twee A4-tjes In hetzelfde jaar wilde het waterschap een intranet in gebruik nemen. Aan diverse leveranciers was prijsopgave voor een CMS gevraagd. "Functioneel wilden we het heel simpel houden," vertelt Ekkebus. "Er moest een telefoonboek op, wat nieuwsberichten, de mogelijkheid om vergaderzalen en dienstauto’s te reserveren. Niet veel bijzonders. Maar die leveranciers vroegen daar absurde bedragen voor. Ik heb toen zelf een eenvoudig CMS-je geschreven. Twee A4-tjes PHP-code en MYSQL-database als basis. Dat was alles. Daarna ben ik op sourceforge.net gaan shoppen. Ik vond daar een module, die we goed konden gebruiken voor het reserveren van vergaderruimten en onze dienstauto’s." Andere applicaties, zoals een telefoonlijst, een eenvoudig document management systeem en een prikbord schreef Ekkebus zelf in php. "We hebben ze aangepast aan onze huisstijl en koppelingen aangebracht met de MYSQL-database en met de Oracle databases. Ik denk dat we met dit intranet minstens tienduizend euro bespaard hebben." Zachte dwang Na het intranet werd de e-mailomgeving onder handen genomen. Aanvankelijk met open source-sendmail als mailserver en pop-3 boxen voor MS Outlook clients. Later werd daar open source-webmail aan toegevoegd. Het waterschap oefent zachte dwang uit op het personeel om hierop over te stappen. Externe toegang tot e-mail is alleen mogelijk met behulp van deze webmail. ‘Outlook-diehards’, die daar niet op willen overgaan moeten zelf voor backups zorgen. Centraal gebeurt dat alleen nog met de webmail. Op het e-mail project volgden andere ‘open’ toevoegingen, zoals de installatie van een open source-mapserver voor het interne gebruik van geografische kaarten. Ekkebus gebruikte daarvoor het programma PMapper in combinatie met een engine van de universiteit van Minnesota. Inmiddels wordt ook serieus overwogen op OpenOffice over te gaan. Het waterschap wil dat stimuleren door gebruikers een aantal extra’s aan te bieden, zoals een menu, waarin alle macro’s met dialoogvensters overzichtelijk bij elkaar staan. Gebruikers van MS Office moeten deze handigheid ontberen. Op de stafafdeling PIOC wordt nu met Open Office proefgedraaid. Olievlek Piet Ekkebus erkent dat zijn aanpak extra werk met zich meebrengt: "Open source is een soort olievlek. Van het één komt het ander, je raakt nooit uitgeleerd. Maar daar staat wel tegenover dat het geld oplevert." Overheden zouden wat de kosten van automatisering betreft een stuk ondernemender moeten zijn, vindt hij. "De gangbare hang naar standaardsoftware is gemakkelijker, dat wel, maar vaak ook duurder. Bovendien weet je daarmee nooit precies waar je aan toe bent. Je hebt geen greep op de kern van de applicaties en bent dus steeds afhankelijk van je leveranciers. Dat is anders met open source-software. Daar zit niks verstopt en ben je baas over je eigen applicaties. Je kunt je dus ook niet meer verschuilen achter het pakket of achter de leverancier. Als iets niet werkt, dan moet je het zelf gewoon beter doen." In de loop der jaren is hij steeds intensiever gaan optrekken met Ad Koster, een collega- systeembeheerder bij de gemeente Terneuzen, waar eveneens op ruime schaal met open source-software wordt gewerkt. "In het begin spraken Ad en ik elkaar sporadisch. Meestal ging dat over Linux. Maar nauwelijks over elkaars werk. Dat hield ik toch een beetje voor mezelf. Gaandeweg is er meer openheid in gekomen. Misschien wel, omdat onze werkzaamheden steeds complexer werden. Dan heb je meer behoefte aan onderling overleg." Piet Ekkebus wordt in zijn pionierwerk ondersteund door MT-lid Frans de Vries, die bij WSZV de brede portefeuille van Personeel, IT, Organisatie en Communicatie (PIOC) beheert. De Vries hanteert al jaren een duidelijke lijn: "We kijken eerst wat er aan standaardoplossingen op de markt is en vervolgens onderzoeken we of het goedkoper en onafhankelijker kan. En zo ja: dan gaat onze IT-afdeling daar maar lekker mee aan de slag." Meest open overheidsorganisatie Het waterschap Zeeuws-Vlaanderen beheert waterkeringen, waterwegen en polderwegen in een uitgestrekt gebied met 107.000 inwoners. Het hoofkantoor staat in Terneuzen. De organisatie telt 165 fte’s en heeft een begroting van 22 miljoen euro. De IT-afdeling beheert zo’n 120 werkplekken en 22 servers in het waterschapskantoor, alsmede enkele tientallen werkplekken op de diverse Rioolwaterzuiveringsinstallaties en poldergemalen. Samen met de Unie van Waterschappen won het WSZV afgelopen jaar de prijs voor de ‘meest open overheidsorganisatie’. Deze prijs is ingesteld door het programma OSOSS, dat zich inzet voor het gebruik van open source software en open standaarden bij overheden. De jury roemde de praktische manier waarop WSZV open source-software heeft ingezet: "Er is sprake van een groeimodel waarbij iedere keer is gekeken hoe gebruikers en ondersteuning zich aan de nieuwe situatie kunnen aanpassen. Er is sprake van duidelijke voordelen, zowel financieel als kwalitatief." Meer info op: www.ososs.nl Piet Ekkebus, systeembeheerder bij het waterschap Zeeuws-Vlaanderen: "Ik denk dat we met dit intranet minstens tienduizend euro bespaard hebben." Foto: de beeldredaktie