Rechter beslist over HP-Compaq
De rechtszaak is aangespannen door Walter Hewlett, verklaard tegenstander van de fusie. Na wekenlang stemmen tellen, blijkt een nipte meerderheid van de aandeelhouders vóór de fusie. Hewlett stelt echter dat het HP-management belangrijke informatie over de gevolgen van de overname heeft achtergehouden èn aandeelhouder Deutsche Bank op oneigenlijke wijze heeft overgehaald op het allerlaatste moment vóór de overname te stemmen door de bank meer opdrachten te beloven.
HP ontkent de aantijgingen en stelt bovendien dat het niet illegaal is om op die manier aandeelhouders over te halen. Rechter W. B. Chandler III ziet dat anders. Hij meent dat het management dan geld van de aandeelhouders gebruikt om stemmen te kopen. Daarmee maakt HPhet tegenstemmende aandeelhouders moeilijker om voorstanders te verslaan. Inmiddels is topvrouw Carly Fiorina gehoord, die volhoudt dat HPniets gedaan heeft dat niet mag. Mocht de rechter overigens besluiten dat de stemmen van Deutsche Bank niet meetellen, dan nog heeft HP genoeg voorstanders. Alleen als de rechtbank besluit dat de hele overname niet door mag gaan, boekt Walter Hewlett, nazaat van een van de oprichters van HP, het gewenste resultaat.