Amerikaanse eis leidt tot suboptimale grenscontrole
Wereldwijd nog niet echt een fenomeen in de ontluikende markt voor biometrie, profiteert het bedrijf wel van de naamsbekendheid van moederbedrijf Schiphol, en van diens voortvarende aanpak van de grenscontroleproblematiek. Al ruim een jaar maken zo’n tienduizend mensen, voornamelijk zakenreizigers, gebruik van het Privium-pakket op Schiphol waarvan de biometrische grenscontrole de spil vormt. De Privium-abonnees kunnen tegen betaling van 119 euro per jaar gebruikmaken van gereserveerde parkeerplekken vlakbij de vertrekhal, bij vijftien maatschappijen altijd businessclass inchecken ongeacht het ticket waarop zij reizen en bovendien met een snelle blik in de irisscan de rijen wachtenden voor de grenscontrole lachend achter zich laten. Deze grootschalige toepassing van de irisscan-technologie geeft Dartagnan een streep voor op veel concurrenten die de technologie nog slechts in proefopstellingen hebben staan. Proef De Luchthaven Schiphol heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangeboden volgend jaar een proef te doen met gelaatsherkenning. Een zinnige proef, maar met een technologie die inferieur is aan de nu op Schiphol gebruikte, vindt Dartagnans technisch directeur Michiel Kraak. Dartagnan levert overigens Schiphol wel de systemen wanneer de proef doorgaat. De keuze voor een minder betrouwbare technologie komt door de druk die de Amerikanen uitoefenen. Die eisen dat in november 2005 iedere reiziger uit een van de 27 landen zonder visumplicht voor de Verenigde Staten, een paspoort heeft met een biometrisch kenmerk. Ontbreekt dit, dan vervalt de ontheffing van de visumplicht. De International Civil Aviation Organisation (ICOA) adviseert overheden de gezichtsscan in te voeren als standaard. Het belangrijkste argument voor dat besluit is dat de gezichtsscan het meest aansluit bij de huidige praktijk waarbij een grenscontroleambtenaar het gezicht vergelijkt met een foto. "De redenering is vreemd", stelt Kraak. "De keuze voor biometrie komt voort uit de wens het vervalsen van reisdocumenten moeilijker te maken en beter vast te kunnen stellen dat degene die het document presenteert ook de rechtmatige houder is. Dan kiest men voor de minst betrouwbare technologie omdat die het meest lijkt op de oude situatie." Koppelingen De vingerafdrukscan is op dit moment de meest toegepaste vorm van biometrie. De Amerikanen besloten in oktober zelfs alle bezoekers aan de grens te onderwerpen aan deze vorm van biometrie om te verifiëren of ze binnen de afgesproken tijd het land ook weer verlaten. Bovendien verwacht de overheid koppelingen te kunnen maken met diverse bestanden van de FBI om gezochte personen aan de grens te onderscheppen. "Dat is typisch de Amerikaanse aanpak. Die doen gewoon op een gegeven moment, ook al weten ze dat het systeem verre van perfect is", zegt Kraak. Hij stelt dat automatische vingerafdrukanalyse zo als de Amerikanen die gaan toepassen bij het onderzoek, elke keer zo’n tienduizend hits in de politie-databanken oplevert. Vervolgens moet handmatig verder worden gezocht. De techniek biedt uitkomst als voor een relatief beperkt aantal arrestanten moet worden gecontroleerd of zij eerder betrokken waren bij misdaden, zoals dat in de dagelijkse politiepraktijk gebeurt. Echter het controleren van de 360 miljoen bezoekers die per jaar de Amerikaanse grens passeren, is onbegonnen werk, legt Kraak uit. "Toch zetten ze door en beschouwen ze de problemen met foute identificatie als ‘collateral damage’." Gelaatsherkenningssystemen presteren in dat opzicht nog minder dan de vingerscan, stelt Kraak. De ICAO vermeldt in zijn aanbeveling dan ook bij voorkeur een aanvullende technologie, zoals een vinger- of irisscan, naast de gezichtsscan. Standaardisering De invoering van biometrie bij grenscontrole stuit ook nog op een geringe standaardisering. De ICOA adviseert dan ook om slechts de ruwe informatie als digitaal bestand op te slaan, dus bijvoorbeeld de digitale opname. De apparatuur voert dan zelf de codering uit van de ‘live’-scan van de persoon die zich presenteert met het document en van de digitaal opgeslagen informatie in het document. De kans dat de vergelijking van beide coderingen onterecht negatief uitvalt, wordt daarmee tot een minimum gereduceerd. Overigens maken alle leveranciers van biometrische scan-apparatuur veelal gebruik van dezelfde algoritmes om een afbeelding om te zetten in een code. Het algoritme voor de irisscan is bijvoorbeeld in 1994 gepatenteerd door de arts John Daugman. Hij richtte samen met zijn collega’s Leonard Flom en Aran Safir, die in 1987 vaststelde dat ieder persoon een uniek patroon in de iris heeft, het bedrijf Irisscan op, dat later werd hernoemd tot Iridian Technologies. Het algoritme legt als het ware een masker over de iris waarbij de afstand tussen 216 punten en de sterkte van het signaal wordt gemeten en omgezet in een code. De code van de ter plekke gemaakte opname van de houder en die uit de informatie in het identiteitsdocument worden vervolgens vergeleken om vast te stellen of het om een en dezelfde persoon gaat. Bij de gelaatsscan worden veel minder meetpunten gebruikt. Zo kijkt het algoritme naar de relatieve positie van de ogen, neus, jukbeenderen, mond en kin. Oudere systemen bekijken deze punten tweedimensionaal, de nieuwe doen het in 3D waardoor bijvoorbeeld ook informatie kan worden gebruikt over bijvoorbeeld de grootte van de neus en de diepte van de oogkassen. Het probleem is dat de analyse wordt uitgevoerd op het hele gezicht, waarbij de condities veel meer kunnen variëren dan bij de irisscan. Zo is bijvoorbeeld onduidelijk of de foto gemaakt moet worden met of zonder bril. De ICOA geeft geen uitsluitsel of de opname in 2D of 3D gemaakt moet zijn. Daarnaast veranderen gezichtskenmerken snel. Veroudering heeft invloed op de positie van de meetpunten. Kraak: "Binnen drie jaar neemt de betrouwbaarheid met de helft af." Ook haardracht kan de meting beïnvloeden. Software Voor Dartagnan maakt de keuze voor de technologie niet veel uit. Het bedrijf werkt samen met verschillende partners die de apparatuur voor de opname leveren en de systemen waarin de biometrische identificatie wordt toegepast, zoals tourniquets, automatische persoonssluizen (‘mantraps’) of een geldautomaat. "Wij leveren alleen de software die de analyse uitvoert op een manier waarbij niemand van buitenaf invloed op het proces kan uitvoeren", zegt Kraak. Het platform van Dartagnan kan daarbij gegevens uit verschillende soorten scan-apparatuur analyseren en de resultaten combineren. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft nog geen harde datum genoemd waarop de Nederlandse paspoorten van biometrische kenmerken moeten zijn voorzien.