Hokjesgeest IBM is uitgeroeid
Hij is als senior consultant voornamelijk betrokken bij de grote tot zeer grote e-servers van IBM. “Let wel, het is ‘voornamelijk’, ook bij de mensen kennen we geen vastgeroeste plekken meer. Trad vroeger iemand aan in een zeer specifieke werkkring die hij of zij slechts met moeite kon verlaten, tegenwoordig ligt het accent op de mobiliteit. Op die manier kun je een klant op een aantal verschillende momenten tegenkomen. In de IBM-cultuur van vroeger is dat een ongehoorde opstelling”, zo meent de consultant. Standaardisatie Al eerder heeft IBM geprobeerd om al zijn hardware op één lijn te brengen. Het meest geruchtmakend was de introductie van de Systems Application Architecture (SAA) in 1987. Dit diende een raamwerk te worden waarin mainframes, midrange computers en kleine systemen naadloos met elkaar zouden kunnen samenwerken. Wanduragala: “Het idee was op zich goed, alleen was het zijn tijd ver vooruit. Ga maar na, ze probeerden om systemen van volkomen verschillende signatuur samen te smelten. De processors waren anders, de systeemsoftware was ongelijk en de gebruikersinterface was bij ieder systeemtype verschillend. Dat lukte dus absoluut niet, zoals de historie heeft uitgewezen.” Het mainframe, de AS/400, RS/6000 en PC bleven rustig naast elkaar voortbestaan. Totdat in 1994 Louis Gerstner het toneel betrad. Hij zag de ontwikkelingen met lede ogen aan en vaardigde een decreet uit om de hokjesgeest uit te roeien. “Kort gezegd kwam dat erop neer, dat iedere afdeling gebruik mocht en ook moest maken van uitvindingen die elders in het concern werden gedaan. Het is allemaal begonnen met de AS/400 en de RS/6000 die in hoge mate uit dezelfde onderdelen werden gemaakt. Dat heeft al heel wat strijd gekost. Managers zagen het als een speeltje dat van ze werd afgepakt”, aldus Wanduragala. Productieplanning Het gelijkschakelen van de bouwstenen was een eerste stap, een meer rationele productie werd een volgende. Wanduragala: “Voorheen zou een nieuw type computer meteen overal op de wereld in productie worden genomen. Nu doen we dat anders. Een nieuw type server wordt eerst in een enkele fabriek gemaakt. Daar wordt zeer goed geanalyseerd hoe de assemblage verloopt, waar de problemen zitten en waar verbeteringen mogelijk zijn. Als dat is uitgekristalliseerd, dan krijgen de andere fabrieken de gegevens en kunnen zij aan de slag. Door die rationele productie kunnen we iedere minuut drie servers van de band laten lopen.” In de nieuwe werkwijze overheerst de cross-platform-architectuur. “Dat wil zeggen, de goede kanten van een bestaand systeem kun je gebruiken in een nieuw. Dat gebeurt momenteel bij de x-Series, een reeks systemen op basis van Intel-processors dat net zo betrouwbaar moet worden als onze oude mainframes. Zo’n x-Series-server komt ook beschikbaar in een zeer grote uitvoering, die bekendstaat onder de veelzeggende naam Summit. De technologie daarvan is rechtstreeks ontleend aan onze mainframes en midrange systemen”, aldus Wanduragala. Omdat de systemen eigenlijk van de grond af worden ontworpen, kunnen technieken worden gebruikt die in de voorbeeldcomputers nooit voorkwamen. “Bijvoorbeeld geheugenbanken die je kunt bijprikken terwijl de machine gewoon doordraait. In het mainframetijdperk ongehoord en onnodig, bij de 24-uurs-economie is het echter van levensbelang. Je kunt nu eenmaal geen website uit de lucht halen omdat je geheugentekort hebt.” Server-goeroe Tikiri Wanduragala is ruim zeventien jaar in dienst bij IBM. foto: ibm