‘Bind ministers aan plan elektronische overheid’
De commissie-Wallage/Postma, ook de commissie-Financiering e-overheid genoemd, is door staatssecretaris Bijleveld ingesteld nadat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) had voorgerekend dat e-overheidsinitiatieven een gemeentelijke investering vergen van 820 miljoen euro. “Maar na drie weken zeiden ze: geld is niet het probleem, het is gewoon een grote bende”, aldus Nils Borgesius, VNG’s hoofd Informatiebeleid, vorige week op het congres Gemeenten en ICT. “Er is te weinig regie. Zowel inhoudelijk, waardoor hoge ambities worden gestapeld op onaffe voorwaardelijke voorzieningen, als qua planning, waardoor projecten samenlopen in de tijd en het verandervermogen van gemeenten volledig wordt dolgedraaid.”
Vorige maand heeft de commissie haar bevindingen toegelicht in de Regiegroep Dienstverlening en E-overheid (zeven ministeries en koepels van provincies, waterschappen en gemeenten). Liever dan het advies een urgentieprogramma op te stellen, ontving de regiegroep van Wallage en Postma echter meteen een opzet voor zo’n programma. Die opzet is daar begin deze week besproken.
De ministerraad moet het NUP vaststellen; daarmee committeert iedere bewindspersoon zich eraan. Het moet focusseren op het fundament voor e-dienstverlening en lastenvermindering, dus op randvoorwaardelijke, infrastructurele voorzieningen, die dan centraal worden gefinancierd. Middelen voor beheer en exploitatie moeten ‘groeibestendig’ worden gereserveerd. Naast basisvoorzieningen moet er volgens de commissie, in Borgesius’ weergave, “een zeer beperkt aantal toepassingsgerichte projecten” worden uitgevoerd en nieuwe alleen na een uitvoeringstoets. Hij sprak van “niet meer dan vier à vijf” en voegde daaraan toe: “En verder dus niets.”
Voorts moet ‘het oerwoud aan stuurgroepen’ worden gesaneerd. Genoemde regiegroep moet krachtig de regie gaan voeren. Eén coördinerend bewindspersoon is verantwoordelijk en weet zich gesteund door een ministerraadbesluit. De Tweede Kamer wordt jaarlijks over de voortgang geïnformeerd. Trage gemeenten worden met benchmarks bij de les gehouden. “Gemeenten krijgen minder voor hun kiezen, maar moeten wel sneller worden”, aldus Borgesius, die voor de VNG een zwaardere regierol voorzag.
Borgesius stapt deze maand over naar het Interprovinciaal Overleg. Bij zijn aantreden twee jaar geleden zei hij dat de VNG haar leden zou aanspreken op hun verantwoordelijkheid en kwaliteit en het lidmaatschap minder vrijblijvend zou maken. Hij wil over zijn vertrek niet uitweiden, maar bevestigt desgevraagd dat onvrede meespeelt over “wat de VNG kan en wil” en dat van de intenties van najaar 2005 “niet veel terechtgekomen is”.