De peiling Moeten scholen korting krijgen op software?
“Boter bij de vis. Als je iets wilt hebben moet je er voor betalen”, vindt Cor Kuin daarentegen. “En als dan blijkt dat leverancier MS duurder is dan leverancier N of L, dan stap je naar een ander. Dit voorkomt ook dat de scholen achterblijven bij de marktontwikkelingen (misschien een beetje kort door de bocht). Een ander argument: als de scholen minder betalen, waarom andere (semi-)overheidsinstellingen, zoals gezondheidszorg en politie, ook niet? Misschien is het juist een idee om de hele overheid op Open Source te automatiseren. Aan de licentiekosten zal het dan niet liggen.” “Als scholen Microsoft willen, moeten ze er natuurlijk ook voor betalen”, reageert Max Schulte. “Scholen hadden nooit met Microsoft in zee moeten gaan, maar ja, wat wil je van al die dombo’s. Overheidssectoren als Onderwijs en Zorg moeten met shareware en freeware aan het werk en de overheid moet ervoor zorgen dat die beschikbaar is. Op termijn is dat veel goedkoper. Je zou bijvoorbeeld een deel van je belastingverplichting kunnen aflossen met het maken van software voor het onderwijs. Ik vind het onacceptabel dat mijn dochter binnenkort via de leerplicht wordt aangelijnd aan het melkmachine van Bill Gates. Microsoft is voor mij net zo verwerpelijk als een verplichte religie.” “Door de scholen een ‘normale’ prijs te laten betalen, zullen ze bij aanschaf van software een afweging moeten maken, mede op grond van kostprijs”, stelt Ruud Snoek. “Uiteraard zullen de scholen hiervoor voldoende geld moeten krijgen. Resultaat is dat een gemaakte keuze meer reëel is en niet bepaald wordt door sponsoring door een fabrikant.” “Bedrijven moeten zelf mogen kiezen of ze winst willen maken door hun tarieven voor scholen ‘normaal’ te stellen, of door met lagere tarieven studenten enthousiast te maken voor hun producten”, schrijft Walter van Iterson. “Scholen moeten software gratis ter beschikking krijgen!”, reageert de heer R.B. Rijploeg. “Scholen hebben beperkte budgetten”, weet Jos Baltes. “Courseware (software voor onderwijs) wordt tegen zeer lage prijzen geleverd. Door nu voor een besturingssysteem en standaard software hoge prijzen te vragen, verniel je het informaticaonderwijs, vooral in het basisonderwijs. Kortzichtig van grote softwarebedrijven (of is het er maar eentje?), slecht toekomstgericht beleid.” “Leveranciers van software verdienen alles dubbel en dwars terug”, stelt de heer S. Bogers. “Als de leveranciers de scholen voordelig voorzien van hun software, zal er aan het eind van de rit een grote groep afgestudeerde studenten gebruik kunnen en willen maken van hun software. Deze afgestudeerde studenten zorgen weer voor mond-tot-mond reclame, zodat er bij het bedrijf waar zij gaan werken (meer) interesse wordt gewekt in het product van die leverancier.” “Scholen hebben het financieel meestal toch al niet breed, terwijl juist scholieren de volgende generatie kenniswerkers wordt”, meent Jan Willem van Aalst. “Als Nederland zo graag kennisland wil zijn, moeten we juist scholen wel faciliteren met innovatieve middelen voor informatieverwerking.” “Scholen zullen marktconforme prijzen moeten betalen voor hun software om oneerlijke concurrentie tegen te gaan”, reageert de heer M. van der Staay. “Dat de overheid deze aanschaf stimuleert en subsidieert is punt twee. Daar ben ik wel voorstander van”, stelt hij. “De bedoeling van een school is mensen wijzer maken”, schrijft de heer I. Hoogendoorn. “Als een softwarebedrijf slim is, zorgt dit ervoor dat de producten goedkoop zijn voor een school. Voor de studenten prettig dat ze met net iets meer pakketten te maken krijgen en voor het bedrijf relatief goedkope mensen die met dit pakket kennis kunnen maken.” “Scholen en andere non-profit-instellingen (commerciële opleidingen buiten beschouwing gelaten) moeten vrijgesteld worden van betaling van licenties volgens marktprijzen op softwarepakketten met een educatief doel”, reageert Arnaud Insinger. “Voor administratie en lesroosters, tekstverwerking en salarisverwerking dienen marktconforme prijzen te worden neergeteld, ook door de non-profitsector. Die software moet immers extern worden onderhouden tegen normale tarieven.” “Waarom werken scholen niet op het Linux-platform? Het is toch belangrijk dat de kinderen leren dat er nog andere dingen zijn dan Microsoft?”, vraagt de heer Broers zich af. “Ik vind dat je de vraag duidelijk moet stellen”, reageert Vincent Everts, voorzitter van de Netwerkgebruikersgroep Nederland (NGN). “Scholen moeten niet hetzelfde betalen als bedrijven maar wel marktconform volgens de onderwijsmarkt betalen. 20 Euro per jaar per pc is bij 1:10 pc’s per leerling een bedrag van 2 euro per leerling per jaar en dat lijkt mij niet onredelijk. Ook al gingen de prijzen een factor drie omhoog, dat betekent dat de scholen een zeer goede deal hadden in de ‘WordPerfect/Microsoft-battle- tijd’. Die is nu voorbij. Ik vind dat de bedrijven veel slechter af zijn met de nieuwe licentieregelingen, maar dat was bekend.” “Scholen betalen ook de volle prijs voor meubels, boeken, gebouwen, schoonmaakdiensten, briefporto enzovoort”, merkt de heer T. Jacobs op. “Om het rendement van ICT in onderwijs te kunnen bepalen, moet je je kunnen baseren op onderliggende inspanningen (softwarekosten zijn daar een onderdeel van).” “Zowel scholen als non-profitorganisaties zouden tegen zéér lage tarieven gebruik moeten kunnen maken van, met name, Microsoft-producten”, stelt de heer Van de Vorst. “Bedrijven en particulieren betalen in principe al veel te veel voor deze producten. Scholen en non-profitorganisaties zouden de software feitelijk gratis moeten kunnen installeren, zodat de belastingbetaler de beurs van Bill niet extra hoeft te vullen. Spendeer het geld dat daarmee bespaard wordt aan verbetering van het onderwijs en meer handen aan het bed in de zorg.”