Politiek debat over octrooi op software laait op
’Brussel’ heeft de lidstaten afgelopen jaar geconsulteerd over de plannen tot herziening van het octrooiverdrag. Naar aanleiding van bezwaren uit diverse lidstaten is eind november op een conferentie in Munchen besloten het verbod op octrooiering van software vooralsnog te handhaven. Dit jaar wil de EU de knoop alsnog doorhakken. PvdA-Kamerlid Hindriks: „Oorspronkelijk stond Nederland tamelijk positief tegenover de afschaffing van het verbod. Onder druk van onder andere de PvdA en de VVD heeft de staatsscretaris zich voorlopig aangesloten bij landen als Duitsland, die erg kritisch staan tegenover de plannen. In het Europese debat kan Nederland een rol vervullen door te zeggen dat wij wel willen meewerken, maar alleen onder bepaalde voorwaarden.” Het Europees octrooiverdrag stamt uit het begin van de jaren zeventig. Daarin staat met zoveel woorden dat software niet vatbaar is voor octrooirechtelijke bescherming. In de Nederlandse Rijksoctrooiwet uit 1995 is hetzelfde uitgangspunt opgenomen. Toch zijn er de afgelopen jaren in Europa duizenden octrooien toegekend op vindingen waarin software een rol speelt. Hoewel Fenit en VOSN op verzoek van PvdA en VVD samen zullen onderzoeken onder welke voorwaarden software octrooieerbaar is, lopen de opvattingen van beide organisaties nogal uiteen. De Fenit tilt zwaar aan de belangen van softwaremakers, de VOSN is vooral bang voor toekenning van octrooien voor allerlei algemeen bekende producten en werkwijzen. De deur open Peter van Schelven, juridisch medewerker van de Fenit: „Wij zeggen nadrukkelijk niet: zet de deur maar open voor alle octrooien. De algemeen geldende maatstaven van het octrooirecht moeten ook voor software gelden. Ook nu al moet een octrooi aan een flinke hoeveelheid eisen voldoen, zoals dat het voldoende nieuw moet zijn. Waar het ons om gaat is dat als organisaties flinke investeringen doen in de ontwikkeling van innovatieve software, dat onder octrooi beschermd moet kunnen worden.” Een van de problemen ligt volgens Van Schelven in de formulering van het bestaande wetsartikel. „De wet zegt dat een computerprogramma als zodanig niet als uitvinding kan worden aangemerkt, met de nadruk op zodanig. In Europa kun je met een soort U-bocht-constructie om die wettelijke uitsluiting heen. Men dient dan niet zozeer een octrooiaanvraag voor software in, maar voor een zogenaamde software-gerelateerde uitvinding.” In de praktijk zijn er in Europa al sinds jaar en dag mogelijkheden om software te patenteren, constateert Van Schelven. „De Fenit vindt daarom dat de uitsluiting van software weleens kritisch tegen het licht gehouden mag worden. Wij zijn er voorstander van het dode hout uit de wet- en regelgeving te halen en het Europees Octrooiverdrag aan te passen aan de feitelijke stand van zaken.” Pogingen om de uitsluiting van software te handhaven, zijn volgens de jurist van de Fenit ’achterhoedegevechten’. Van Schelven vindt het te ver gaan om te zeggen dat de Fenit harde criteria voor softwareoctrooien zal opstellen. „Wij willen alleen onderzoeken in hoeverre we binnen de algemene regels die voor octrooien bestaan, wat meer houvast voor software kunnen ontwikkelen. De Fenit wil graag meedenken over de vraag waar de paaltjes moeten staan rondom octrooirechtelijke bescherming van software.” De VOSN vreest dat aanpassing van het Europees Octrooiverdrag zal leiden tot een stortvloed van rechtszaken over in het verleden toegekende en nieuwe octrooien. Volgens de VOSN zijn er de afgelopen jaren tienduizenden ’triviale octrooien’ toegekend, ondanks de huidige uitsluiting van software in het Europese octrooiverdrag. Luuk van Dijk, zegsman van de VOSN: „Het probleem is dat octrooien op dit moment niet zozeer gebruikt worden om innovatie te stimuleren als wel om concurrentie te dwarsbomen. Bij veel van de toegekende patenten is geen sprake van duur en langdurig onderzoek dat beloond wordt met een welverdiend monopolie. Ze zijn het resultaat van een schot hagel-benadering: zoveel mogelijk indienen en wachten tot er iemand gaat zeuren. Zo bestaat er bijvoorbeeld een twee jaar oud Europees octrooi van IBM op multitasking.”