‘Rekeningrijden kan met nieuwe software ook zonder Galileo’
Europees commissaris Jacques Barrot van verkeer kondigde vorige week aan dat Galileo met grote vertraging kampt. Minister Eurlings (Verkeer en Waterstaat) uitte in een reactie zijn bezorgdheid over het geruzie tussen de partijen die bij het miljardenproject betrokken zijn.
Maar ook zonder Galileo kan Nederland volgens Siemens de kabinetsplannen voor de kilometerbeprijzing doorzetten door het Amerikaanse Global Positioning System (GPS) te gebruiken. Het bedrijf zegt praktijktests te hebben uitgevoerd in diverse steden met nieuwe software. Dankzij deze software zou de grotere fijnmazigheid van het toekomstige Galileo-satellietnetwerk nu “minder relevant” zijn voor de kilometerheffing.
Accuratesse
De accuratesse van de locatiebepaling is van belang omdat het systeem onderscheid moet kunnen maken tussen een hoofdverbinding, waar de gebruiker straks op bepaalde tijdstippen moet betalen, en een parallelweg waar geen heffing geldt. Ook de berekening van de ritlengte en daarmee van het te betalen bedrag is afhankelijk van de nauwkeurigheid.
De nieuwe software is ontwikkeld door een speciaal ‘competence center’ voor elektronische tolheffing dat Siemens in oktober 2006 in Wenen heeft geopend. Het betreft programmatuur voor zowel de identificatiekastjes die straks in iedere auto moeten worden gemonteerd (‘on-board units’) als voor de centrale backoffice-systemen. Volgens Bart Vuijk, business development manager bij Siemens Nederland, kan de nieuwe software de ruwe GPS-data combineren met kaartgegevens om een grotere nauwkeurigheid te bereiken.
Uit een langlopend onderzoek in Londen in opdracht van de overheid bleek dat de trajectberekening met GPS een afwijking had van minder dan 1 procent. Aan het onderzoek deden veertien leveranciers mee. Siemens kwam daarbij naar eigen zeggen als beste uit de bus. In Seattle en Sidney zijn vergelijkbare resultaten geboekt. Tijdens een pas afgeronde praktijktest in Singapore bleek de nauwkeurigheid zelfs nog groter te zijn: 99,9 procent.
Proef
Voor de proef in Londen is een traject uitgezet dwars door de City, waar een traditioneel navigatiesysteem door de vele hoogbouw een slechte ontvangst heeft. Vuijk: “Met het algoritme dat wij hebben ontwikkeld konden de gaten in de GPS-data, mede aan de hand van de kaartdata, worden ingevuld. Daardoor was het toch mogelijk de hele route te reconstrueren. De hogere nauwkeurigheid zit dus niet zozeer in het GPS-signaal maar in de intelligente verwerking door het centrale systeem.”
Andere technieken kunnen de accuratesse van de bestaande navigatiesystemen zelf verhogen. Zo heeft het Europese ruimtevaartbureau ESA als voorloper van Galileo het project EGNOS ontwikkeld. Met behulp van drie extra satellieten en een netwerk van grondstations kan daarmee de betrouwbaarheid en accuratesse van zowel het Amerikaanse GPS als het Russische Glonass in Europa worden verbeterd. Volgens de ESA kan de positie met EGNOS tot op 5 meter of zelfs 2 meter nauwkeurig worden berekend, in plaats van de huidige 20 meter.