‘Software niet goed genoeg’
Onderzoeker Caj Oosters van Deloitte, die naar eigen zeggen in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) inventariseerde hoe de DBC-software ervoor staat, zegt dat het onderdeel facturatie in de DBC-software niet goed werkt, omdat veel leveranciers vijf maanden na de start van de DBC-gestuurde zorg hun facturatiemodule nog niet hebben opgeleverd. “Het aantal GGZ-instellingen dat dit jaar al een factuur heeft verstuurd, is minimaal”, aldus Oosters, die zijn uitspraken zag gepubliceerd op de website Psy.nl. Desgevraagd wil hij enkele dagen later zijn bevindingen niet toelichten. Hij verwijst naar zijn opdrachtgever het ministerie van VWS en zegt dat hij pas na oplevering van zijn rapport verder kan praten. Woordvoerder Arnoud Strijbis van VWS zegt echter dat Deloitte in opdracht van het ministerie ondersteuning heeft geboden aan instellingen die daar om hebben gevraagd. “Dat is geen onderzoek naar het verloop van facturatie.”Strijbis stelt dat VWS zelf het verloop van de facturatie in dit marktsegment volgt en daarvoor de gegevens van VeCoZo gebruikt. Veilige Communicatie in de Zorg (VeCoZo) is een technisch schakelpunt in het declaratieproces. “Uit gegevens van VeCoZo blijkt dat declaraties verstuurd worden. Bovendien groeit dit maandelijks. Dat nog niet alle instellingen kunnen declareren, heeft verschillende oorzaken.” Vervolgens zegt Strijbis dat VWS de ontwikkelingen zeer nauw volgt en dat daaruit blijkt hoezeer de software-leveranciers onderling verschillen. “Late oplevering als hoofdoorzaak aanwijzen doet geen recht aan de werkelijkheid.”Een woordvoerder van VeCoZo wil desgevraagd niet zeggen hoeveel DBC-facturaties vanuit de curatieve GGZ binnen zijn gekomen en weer doorgestuurd. “Dat is bedrijfsgeheim.” Wel wil ze kwijt dat de software van de leveranciers vaak “niet goed genoeg” is.Er zijn 26 leveranciers van deze software. Twee van hen, 12Care (Careweb) en Impulse (USER), ontkennen het probleem niet, maar wijzen op problemen in de financiële koppeling met de zorgverzekeraars. Ook geven ze aan dat GGZ-instellingen moeite hebben met een juiste registratie van de correcte productcodes, waardoor het proces vaak in de validatie blijft steken. Dit wordt bevestigd door de actiegroep ‘Zorg geen markt’, die in publicaties spreekt over een overmatige bureaucratie waarmee hulpverleners zijn opgezadeld, terwijl de DBC-software een gebrekkige ondersteuning biedt.Ruud Ramakers, directeur 12Care: “Het is een inregelprobleem in de keten van softwareleveranciers, Vecozo en de verzekeraars.” Ramakers heeft naar eigen zeggen bij een stuk of twintig klanten de facturatiemodule geleverd. Hoeveel van hen daadwerkelijk ermee factureren en hoeveel facturen zijn verstuurd, kan hij niet zeggen. Dat weet Marijke Gevers, productmanager van Impulse, precies. De USER-software is bij dertien instellingen in de curatieve GGZ geïmplementeerd en zeven van hen hebben daadwerkelijk gefactureerd. Eén Riagg zelfs al vijfduizend keer. “Ik weet van onze klanten dat de standaarden die in gebruik zijn bij de verzekeraars niet altijd overeenkomen met die van de instellingen, waardoor facturaties nog veel retourberichten genereren”, zegt ze.Anderhalf miljard in de luchtDe op genezing gerichte (curatieve) GGZ behandelt jaarlijks zeshonderdduizend cliënten. Omzet is 3 miljard euro. Problemen met de afhandeling van declaraties kan tot aanmerkelijke extra kosten leiden. Sinds 1 januari 2008 krijgen de instellingen hun kosten namelijk niet meer vooraf – op basis van een budget – vergoed, maar uitsluitend achteraf op basis van hun declaraties. Een DBC kan alleen worden gefactureerd als zij is afgerond. Gemiddeld staat een DBC in deze sector een halfjaar open. Bij de overgang van budgetten naar facturen moeten GGZ-instellingen dus een halfjaar financiering overbruggen; ongeveer anderhalf miljard euro. Om toch de salarissen te kunnen blijven betalen, moeten de instellingen geld lenen. Als de declaratieproblematiek ertoe leidt dat rekeningen langer open staan, nemen de rentekosten voor de GGZ verder toe. VWS kent weliswaar een regeling om dit te compenseren, maar ingewijden verwachten dat de kosten niet geheel worden vergoed.