ICT’ers moeten niet alleen in de lengte willen groeien
Ik ben als ondernemer sinds maart dit jaar op zoek naar een ontwerper/ontwikkelaar en heb daarvoor een vacature uitstaan bij het CWI, een uitzendbureau en een aantal vacaturesites.
Sindsdien heb ik welgeteld drie sollicitanten op gesprek gehad; de eerste vond de procedure te lang duren en haakte af. De tweede kwam drie kwartier te laat en gaf toe alleen te solliciteren om z’n uitkering in stand te houden. Nummer drie was iets enthousiaster maar bleef toch liever in de WW, omdat hij zich anders ‘in zijn vingers zou snijden’.
Dat geeft een andere kijk op de schaarste in de IT-arbeidsmarkt: wat wil een werkzoekende eigenlijk? Wil men wel gaan werken, of is de gevraagde investering in tijd en geld misschien te veel? Is men teveel bemoederd en verwend geraakt door ons sociale model? Of willen de ICT’ers van tegenwoordig echt allemaal projectleider, informatiearchitect, businessanalist of consultant worden? Als dat zo is, dan moeten we niet gaan zeuren dat kennis wegvloeit naar offshorelanden.
Een aantal jaren geleden waren de ICT-functies van een glasheldere verzekeraar sterk verzuild. Dus besloot een wijs ICT-manager om de bedrijfskundige kant van de ICT’ers op te vijzelen. Als extra motivatie werd een functiemodel voor de ICT’ers ingevoerd waarbij de titel van de functie en de groeimogelijkheden werden bepaald door het al dan niet behalen van een afgeslankte bedrijfskundige HBO-opleiding. Dat resulteerde in een opleidingstraject waarbij bijna alle programmeurs en ontwerpers binnen no time vrijwillig omgeturnd werden tot ‘bedrijfskundige informatici der klasse A of B’. Dit ten koste van de minder geschoolde informaticus ‘zonder aanvulling’. Dit had de wijze ICT-manager niet voorzien: allemaal informatieanalisten enzovoort, maar geen programmeur meer te vinden. En al helemaal geen interesse meer in programmaatjes schrijven, databaseontwerpjes maken. Om de ‘programmeur in ons’ weer te doen ontwaken werd in allerijl een Basale-ICT cursus opgezet met aandacht voor programmeertalen, netwerkbekabeling (hoe lang mag een coaxkabel maximaal zijn?), netwerk- en relationele databases, kortom: weer met zijn allen de andere kant op. Maar daar was geen interesse meer in en dus werden de programmeurs extern ingehuurd.
De functionerings- en daarmee salarismodellen zijn naar mijn mening teveel gebaseerd op het doorlopen van verschillende functies binnen een vakgebied en niet op de vakkennis en ervaring die iemand heeft en daarmee een stuk waardevermeerdering biedt voor een bedrijf. Technische specialisten worden groepsleiders en eindigen vaak als (ICT-) managers. Vooral de laatste is een door mij onbegrepen groei, wat moet een technisch specialist met klok- en vakantiekaarten en functioneringsgesprekken?
Uitzonderingen daargelaten, maar naar mijn mening moet de specialist binnen zijn competentie gewaardeerd worden en op basis van vakkennis en ervaring groeien. Dus meer een geval van dikker worden in plaats van langer. Pas dan krijg je de juiste man op de juiste plek en is er voor werkzoekenden met ervaring weer ruimte.
Mijn veranderingsadvies voor de ICT-branche: houd je functies onder de loep en kijk of je ook via een andere blik je medewerkers kan interesseren voor je bedrijf. En kijk als ICT’er of je je niet erg lekker voelt in je huidige functie en vraag je af of je werkelijk een lijnfunctie wil bekleden en je hands-on activiteiten werkelijk wil loslaten.
Het sociale stelsel moet daarnaast een mogelijkheid bieden om werkzoekenden op basis van ‘nulgroei’ geruisloos aan een baan bij een kleinere onderneming of startup te helpen. Om te voorkomen dat werkzoekenden voor hun huidige financiële positie hoeven te vrezen, wordt ze een baan aangeboden waarbij de werkgever een startsalaris biedt wat aangevuld wordt met een afgeslankte WW-uitkering.
Win-Win-Win! Voor de Werknemer omdat hij weer in het arbeidsproces zit, perspectief ziet voor de toekomst, zijn marktwaarde weer toeneemt. Voor de Werkgever omdat hij tegen startsalaris een ervaren en gemotiveerde ICT-er in dienst krijgt. Voor de Wetgever (overheid) omdat de uitkering per direct vermindert, de werkloosheid daalt en er een economische groei plaatsvindt: de werkgever kan meer orders verwerken.
De huidige wetgeving biedt teveel bescherming aan de werkzoekenden, omdat zij ‘op deze geschetste manier belemmerd worden bij het vinden van de perfecte baan’. Dat is jammer, omdat ik denk dat de werkzoekenden in de meeste gevallen wel gemotiveerd zijn, maar teveel geremd worden door financiële afhankelijkheid, opgebouwd in de ICT-hoogtijdagen, en door een vorm van ‘statusafhankelijkheid’. En wat dat is, dat laat ik aan de lezer over.