ApacheCon blijft een ontwikkelaarsfeest
De jaarlijkse Europese conferentie van de Apache Software Foundation, de non-profitkoepel van een snel uitdijend aantal open-sourceprojecten, is een zeer internationale gelegenheid. Hooguit een kwart van de bezoekers is Nederlander. Wie hier wil opvallen, moet een colbert dragen, of zelfs pen en papier hanteren. De gesprekken aan de ronde tafels met de wederom opengeklapte laptops – in Engels met een Duits, Spaans of ander accent – zijn doorspekt met programmeertermen. Een groot deel van de bezoekers heeft zijn sporen dan ook verdiend op de mailinglijsten van een of meer van de inmiddels zeventig open-source Apache-projecten, zoals Tomcat, Archiva, Maven, Wicket, CouchDB of CXF. Wie zich hier vertoont, komt ook niet bepaald om een beetje rond te neuzen of gadgets te scoren.“Ik kom om te zien wat de standaarden zijn en om te controleren of de projecten die ik volg draagvlak hebben”, zegt Dirk Temme. Als IT-architect bij het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI) – dat op meerdere fronten al open-sourcetechnologie gebruikt – valt hij qua functiebenaming een beetje uit de toon. De pure ontwikkelaars voeren hier de boventoon. Maar Temme kan hier goed vragen kwijt uit zijn eigen organisatie. “Ik ben ook benieuwd hoe de interoperabiliteit tussen de Apache-stack en de commerciële software van onze partners in de SUWI-keten is geregeld.” Temme volgde ook trainingen uit het voorprogramma van de driedaagse conferentie, bijvoorbeeld over REST. “Niet dat we dat snel gaan gebruiken, maar je moet het wel in de gaten houden voor de toekomst.”Hij roemt de goede werking van de Apache-gemeenschap. “In sommige Apache-mailinglijsten wordt ontzettend goed en snel gereageerd.” Vervolgens is het voor hem dan ‘erg leuk’ om de mensen tegen te komen die hij van dat communicatiekanaal kent.Dat laatste is ook het geval bij Dennis van der Laan en Eric Wout van der Steen, beiden werkzaam bij de Universiteit Groningen, waar ze medeverantwoordelijk zijn voor het contentmanagementsysteem. Van der Steen: “We nemen zelf deel via de mailinglist voor Jackrabbit. Het is erg leuk de mensen die je daarvan kent hier nu te zien zitten. En je kunt jezelf meer profileren met slimme vragen aan de committers.” Met die laatste term verwijst hij naar de inmiddels ruim tweeduizend mensen die het recht hebben de broncode van een Apache-project aan te passen en die een zekere status genieten. “Je krijgt hier ook meer feeling voor de open-sourcewereld en dat is nodig omdat je er in het dagelijkse werk steeds meer van tegenkomt.”Van der Laan bevestigt wat Temme van het BKWI zegt. “Je krijgt snel inzicht in wat er speelt. Je hebt hier snel het gevoel wat er relevant is en wat de stabiele projecten zijn. Het is voor ons een soort risicoanalyse. Maar je moet niet overal naartoe; het is wel zaak selectief te zijn in de keuze van de sessies.”Voorzitter Jim Jagielski van de nu tienjarige Apache Software Foundation is erg tevreden over hoe de ApacheCon zich ontwikkelt. “De belangrijkste feedback die we de afgelopen jaren hebben gekregen, is dat mensen die zich binnen bedrijven met open source bezighielden vroeger altijd in de evangelistenrol werden gedwongen. Nu hebben ze het makkelijker. Er is meer cohesie tussen de ontwikkelaarsmarkt en de businessmarkt en er wordt hier zelfs geworven door leveranciers.” Maar ondanks het voor het eerst organiseren van een ‘business track’ blijft het voor 80 procent ontwikkelaars wat er rondloopt. Jagielski zegt uit de eerste hand te weten dat ontwikkelaars bij sollicitatiegesprekken tegenwoordig veelal naar hun open-source-ervaring wordt gevraagd, terwijl die ervaring er een paar jaar geleden niet zoveel toe deed. “Vooral als je cv vermeldt dat je Apache-committer bent, worden de oren gespitst. Zo iemand heeft een methodiek aangeleerd voor het binnen gedistribueerd verband ontwikkelen van software en het samenwerken in teams. Ook omdat op afstand werken steeds belangrijker wordt, kijken bedrijven daarnaar.”Arjé Cahn, chief technology officer van open-source CMS-leverancier Hippo, denkt ook dat ApacheCon vanuit carrièreperspectief geen slechte plek is om te zijn, zowel technisch-inhoudelijk als op het gebied van ‘community-vorming’. “Deze mensen zien elkaar niet zo vaak. Doorgaans communiceren ze via e-mail.” Dat vergt op zich wel bepaalde kwaliteiten, meent hij. “Je moet goed in staat zijn elkaar te laten uitpraten.”Voor Hippo is ApacheCon zeker belangrijk en daarom sponsort het bedrijf de bijeenkomst ook. “Een groot deel van onze software komt uit de Apache-gemeenschap, dus het is vrij logisch daar ook in te investeren.”Een groot deel van de bezoekers werkt volgens ASF-voorzitter Jagielski bij kleine en middelgrote bedrijven die verdienen met open-sourceondersteuning en -advies. Maar ook grote open-sourcesupporters als Sun en IBM hebben een delegatie afgevaardigd. Er zijn ook belangrijke ASF-supporters die de reis, het verblijf en de toegang niet zelf kunnen opbrengen. “Daarvoor hebben we het ‘travel assistance committee’ in het leven geroepen”, zegt Jagielski. “Mensen kunnen met een voorstel het belang van hun komst beargumenteren en dan betaalt de ASF eventueel hun reis en hotel.” Een tiental bezoekers heeft deze keer van de regeling gebruikgemaakt.