AZR bouwt pragmatisch patiëntendossier
Met Van Boven krijgt Vizi (Virtuele Integratie van Zorginformatie) een jonge, krachtdadige en optimistisch ingestelde roerganger, die wars is van politieke intriges. Voor het op stapel staande nationale zorgnetwerk zal Vizi de ‘infostructuur’ leveren, met alle medische classificaties, protocollen, nomenclatuur, berichtstandaarden, opleidingen, coördinatie van pilots en testen van applicaties. “Een transmuraal EPD voor ziekenhuizen, huisartsen en andere zorgverleners is technisch goed te realiseren”, zegt Van Boven. “Een medisch specialist in Maastricht raadpleegt daarmee straks de gegevens van een huisarts in Zoutkamp.” Dan moeten huisartsen wel hun patiënten regionaal bundelen. “Patiëntgegevens kunnen niet op de pc van individuele dokters blijven. Dat geldt ook voor apotheken.” Binnen een tot twee jaar is zo’n virtueel landelijk EPD in een proefopstelling te realiseren, meent Van Boven. “Een termijn voor een landelijke uitrol is moeilijk te voorspellen. Dat vraagt forse financiering, goede beveiliging, een waterdichte identificatie van patiënten en aanpassing van wet- en regelgeving. Dat kan dus iets langer duren.” Het Academisch Ziekenhuis Rotterdam (AZR) omvat Dijkzigt, Sophia en de Daniël den Hoed Kliniek. Daarnaast maakt het Oogziekenhuis Rotterdam gebruik van de ICT-voorzieningen van het AZR. Onder leiding van Van Boven heeft het AZR een eigen Elektronisch Patiëntendossier (EPD) gebouwd, Patiënt 98 genaamd, dat het Ziekenhuis Informatiesysteem (ZIS) en praktisch alle deelsystemen van andere leveranciers omvat. Leveranciers van bijvoorbeeld een ECG-managementsysteem of PACS kunnen alleen een offerte indienen als integratie met Patient-98 technisch mogelijk is. “Als groot ziekenhuis kan je de totale regie over de desktop van je dokters nog niet overlaten aan leveranciers”, zegt Van Boven. “De grafische presentatie van al die systemen wil je als ziekenhuis zelf kunnen componeren. Je hebt per definitie met een groot aantal leveranciers te maken die standaardproducten leveren.” ZIS-leveranciers kunnen anno 2001 nog geen volledige integratie met elkaars systemen garanderen, stelt Van Boven. “Men wijst altijd naar elkaar als het niet lukt. Dat betekent moeizaam overleg met leveranciers. Zeker als groot academisch ziekenhuis wil je voor integratie van systemen niet afhankelijk zijn.” Hoge prioriteit Ook heeft het AZR een Elektronische Verloskundige Status gebouwd. Op de polikliniek verloskunde wordt al negen jaar praktisch honderd procent papierloos gewerkt, met alle gegevens in een digitale status. Als meest gewenste uitbreiding voor de nabije toekomst wordt gewerkt aan elektronische invoer van medicatie en softwarematige medicatiebewaking. Ook ordercommunicatie heeft een hoge prioriteit. Zoals in bijna elk ziekenhuis worden in het AZR jaarlijks miljoenen aanvraagformulieren voor laboratorium of röntgenonderzoek handmatig ingevuld en fysiek getransporteerd. “Er is een toenemende druk om al die zaken te digitaliseren”, zegt Van Boven. “Maar er is weinig tijd naast alle strafwerk van millennium, virussen, de euro en lopende projecten als spraakherkenning en PACS-keuze. Maar ook medisch specialisten zien geleidelijk de belachelijkheid van al die rondrijdende kaartenbakken.” Ook hebben medisch specialisten nog amper de mogelijkheid om zelf medische aantekeningen digitaal vast te leggen. Dat kan in het AZR slechts op enkele afdelingen, zoals bij plastische chirurgie. Het eigen EPD met grafische interface draait inmiddels op driehonderd werkplekken, met instelbare functies per arts of specialisme. Gegevens uit ZIS en andere deelsystemen worden in aparte vensters gepresenteerd. Van Boven vindt dat aan integratie vaak te hoge eisen worden gesteld. “Volledige integratie op dataniveau is maar zeer zelden noodzakelijk. Artsen kunnen prima werken met informatie in aparte windows. De beste integrator is de dokter zelf. Als zo’n dokter een labuitslag en een foto met dezelfde datum ziet, dan wordt de relatie heus wel gelegd. ICT’ers denken vaak dat ze al die kennis softwarematig moeten integreren. Er is maar één criterium: het moet handig en bruikbaar zijn op de werkvloer. Dat geldt ook voor informatie die straks online van huisarts of andere zorginstellingen komt. Het zal dokters een worst wezen hoe het werkt, als ze informatie maar overzichtelijk krijgen aangeboden. Als de medisch specialist die informatie onder een apart tabblad kan vinden, is het prima. Anders maak je het technisch veel te moeilijk, en nauwelijks onderhoudbaar”. Functionaliteit Het zelfgebouwde Patiënt-98 is nog niet op internet gebaseerd, omdat veel leveranciers van deelsystemen dan nog niet konden koppelen. “Via ActiveX is dit anno 2001 in de praktijk nog steeds eenvoudiger. Met een ActiveX koppeling roepen wij bijvoorbeeld de viewer aan om medische beelden te tonen. Bij een webinterface moet je vaak inleveren op gebied van usability. Je kunt de context niet zo mooi vasthouden als bij een ‘fat client’. Zodra de integratie van alle deelsystemen op basis van XML en webtechnologie mogelijk is, stappen wij graag over. Het gaat ons om de functionaliteit, niet om de techniek.” Binnenkort draait Patiënt-98 op achthonderd werkplekken. Op balies en administratieve werkplekken blijven de karaktergeoriënteerde schermen in functie. Het AZR is geautomatiseerd met Hiscom. Er is tot dusver niet gekozen voor Mirador, de grafische presentatielaag van deze hofleverancier. “Grote ZIS-leveranciers hebben de handicap dat ze de hele breedte van de markt moeten bestrijken en de wensen van elk ziekenhuis moeten vervullen.” Toch is zelfbouw geen principiële keuze, benadrukt hij. “Als een product van een ZIS-leverancier meer biedt dan onze zelfbouw, stappen we graag over. Het liefst gebruiken we van elk systeem de beste onderdelen. Met regelmaat krijgt het AZR presentaties van nieuwe EPD-leveranciers, of worden EPD’s bestudeerd in het buitenland.”