Baas in eigen buis
De gemeente Almere heeft verregaande plannen om haar inwoners vrijheid te geven in de keuze van kabelexploitant en andere digitale diensten. Een speciale ‘denktank’ van de gemeente, waarin ook het onderzoeksbureau Stratix en KPN zitting hebben, heeft een ambitieus plan ontwikkeld onder de naam VrijMarktNet. Dit netwerk van glasvezelkabels wordt beheerd door een onafhankelijke organisatie die iedere exploitant op het netwerk toelaat. Bewoners bepalen zelf van welke diensten zij gebruik maken. Zij zijn met andere woorden ‘baas in eigen buis’. Het netwerk moet tal van mogelijkheden bieden. Zo zouden burgers via een webcam een buurtbewoner op de baby kunnen laten passen en zouden bewoners een ‘virtueel prikbord’ kunnen opzetten. Halsema verwijst naar Stockholm, waar een speciale vennootschap is opgericht die voor bepaalde woonwijken de glasvezelinfrastructuur exploiteert. Halsema heeft in het Zweedse Vaxjö gezien hoe werkloze buurtbewoners dankzij glasvezelnetwerken met elkaar in contact komen door diensten voor elkaar te verrichten, zoals het repareren van fietsen. ‘Wij denken voor Almere aan toepassingen in de zorg, waarbij burgers via de kabel met de huisarts kunnen communiceren.’ Het proefproject, dat zich aanvankelijk zal beperken tot de Staatsliedenwijk, vlak bij de huidige internet Exchange van rekencentrum Sara, maakt deel uit van het I-Visie-beleidsplan dat van Almere een Kennisstad moet maken. Almere is niet het enige initiatief op dit gebied. In Eindhoven is door Close The Gap en de Rabobank een financieringsmodel ontwikkeld waarmee bewonerscoöperaties zelf eigenaar kunnen worden van een glasvezelnetwerk. Close The Gap zorgt voor de actieve componenten, zoals de servers en aansluitingen, en zal in opdracht van de bewoners onderhandelen met de aanbieders van diensten als telefonie en internet. Initiatiefnemer Kees Rovers is geen onbekende. In 1989 heeft hij geprobeerd het Franse Minitel in Nederland te introduceren. Uit die pogingen kwam onder meer Videotex voort, dat weer aan de wieg stond van internet provider Planet internet. Al in 2000 heeft Rovers de mogelijkheden voor locale coöperatieve telecomverenigingen (LCT’s) laten onderzoeken. Technisch zijn er volgens Rovers geen belemmeringen meer, al moet nog worden gekozen tussen ATM over passief netwerk (Aton) of gigabit Ethernet (Eton). SurfNET zal hierover een advies uitbrengen. Rovers gaat er van uit dat nog dit jaar kan worden begonnen met een paar honderd woningen in Nuenen, maar over vijf jaar hoopt Close The Gap veertigduizend huizen aangesloten te hebben. Ook Rovers wil zich vooral richten op wijken met een sterke sociale cohesie. “Geen studenten of kenniswerkers, want die komen vanzelf wel. Nee, we willen ons vooral op ouderen richten. Die hebben weliswaar niets met snel internet, maar zijn wel geïnteresseerd in communicatie met medebewoners.” Is het project van Rovers een particulier initiatief, het initiatief in Almere is voortgekomen uit pogingen van drie gemeenten om het Kenniswijk-project binnen te halen, een proeftuin voor breedbanddiensten. Uiteindelijk kwam Eindhoven als winnaar uit de bus, maar Almere besloot zelfstandig verder te gaan. De stuurgroep breedband-pilots, waarin de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken, Binnenlandse Zaken en OC&W deelnemen, draagt een bedrag van 6 miljoen euro aan subsidie bij voor de ontwikkeling. Daar hangt het wel van af, want Almere heeft zelf geen onbeperkt budget voor dit soort projecten. “Maar wel ongebruikte grond,” verduidelijkt Halsema. “Dus als we toch bezig zijn om kabels voor elektriciteit en buizen voor riolering aan te leggen, kunnen we meteen ook glasvezel meenemen.” Het proefproject in Almere zou model kunnen staan voor soortgelijke initiatieven in het land. Binnen Stedenlink, het netwerk van Kennissteden, wordt kennis over het project uitgewisseld. De details van het project worden vooralsnog zoveel mogelijk geheim gehouden. “Uiteraard speelt mee de gedachte om met dit soort projecten extra bedrijvigheid aan te trekken”, zegt Halsema. “Met VrijMarktNet zouden we aanbieders op het terrein van nieuwe media geavanceerde faciliteiten kunnen bieden.” Halsema en Rovers twijfelen niet aan de haalbaarheid van hun projecten. Rovers vindt het niet meer dan logisch dat coöperaties de zeggenschap krijgen over de infrastructuur. “Je draagt de lasten van velen, en als consument ben je niet langer overgeleverd aan bedrijven die winstmaximalisatie en niet het belang van de klant als hoogste doel hebben. Het is niet voor niets dat in het verleden allerlei coöperaties zijn opgericht tegen woekeraars en huisjesmelkers.” Maar ook voor dienstenaanbieders zou het volgens Rovers veel beter zijn als zij zich zouden concentreren op het leveren van diensten. “KPN doet voorlopig niet mee”, zegt Rovers. “Maar ze zijn uiteraard een ideaal bedrijf voor het netwerk onafhankelijk aanbieden van vaste telefonie en internet.” Almere en Nuenen zullen nog steeds concurrentie blijven houden van kabelbedrijven. Beide gemeenten behoren tot het verzorgingsgebied van kabelaar UPC. “Partijen met graafrecht kun je als gemeente niet verbieden”, zegt Halsema. Maar Rovers en Halsema denken dat het coöperatiemodel ook voor UPC interessant zou kunnen zijn omdat ze dan buiten hun eigen verzorgingsgebied diensten zouden kunnen aanbieden. Toch is het niet uitgesloten dat kabelaars ook zelf netwerkonafhankelijke diensten zullen aanbieden. Casema heeft al aangekondigd dat ze hun netwerk willen openstellen voor andere partijen, en sommige menen dat met de nodige technische aanpassingen het kabelnetwerk prima zou kunnen concurreren met glasvezel. In feite hoeft er in de woning alleen een demultiplexer/demodulator te komen voor verschillende dienstenaanbieders. In het geval van Fiber To The Home zal het dan gaan om een switch of hub, en aangezien glasvezel, in tegenstelling tot koper, geen elektriciteit geleidt zal er ook een extra voeding moeten komen. Natuurlijk staan of vallen al deze ambitieuze plannen met een redelijke prijsstelling. De geraamde investeringen per woning liggen in Almere voor bestaande wijken op zo’n 1500 euro, en in Nuenen op 1000 euro. De prijs voor gebruikers zal zo’n 70 euro gaan bedragen. “Voor die prijs krijg je dan wel een 100 megabit verbinding”, zegt Halsema. Hij is ervan overtuigd dat die snelheid ook echt nodig zal zijn. “Ik hoef maar naar mijn zoon te kijken. Die haalt complete speelfilms van het web. Hij zit nu al aan mijn hoofd te zeuren wanneer hij die 100 Mb kan krijgen.” Natuurlijk zullen partijen moeten worden gevonden die ook in de toekomst in een VrijMarktNet willen investeren. Vorig jaar trok glasvezelexploitant Bredband zich uit de Nederlandse markt, waardoor een project met glasvezel in Osdorp stil kwam te liggen. “Het Bredband model is niet ons model”, zegt Halsema. “Zij hebben wel altijd gezegd dat hun glasvezelnetwerk open was, maar konden niet garanderen dat concurrerende diensten werden toegelaten. Opvallend was dat nadat Bredband zich had teruggetrokken, zich daarna meteen allerlei aanbieders in Osdorp hebben gemeld. Zodra je de realisatie van het fysieke aansluitnetwerk naar de vastgoedkant overhevelt, zie je interessante dingen gebeuren.” Rovers is het met die visie eens, maar ziet in het model dat Almere hanteert wel een gevaar. “Als de gemeente het gaat financieren, is er kans dat het na verloop van tijd toch weer wordt verkocht aan de particuliere sector en dan zijn we terug bij af. Ik zie Close The Gap als intermediair dan ook als een tijdelijke oplossing en verwacht dat we het beheer en de exploitatie van de technische infrastructuur uiteindelijk volledig aan de coöperaties kunnen overlaten.”