Commentaar: Koudwatervrees
Dat is een treurige ontwikkeling. Juist daar waar (ICT-)zaken complex zijn, doet de overheid er verstandig aan om in een vroeg stadium van een komend aanbestedingstraject de dialoog met mogelijke aanbieders aan te gaan over de oplossingen die zij denken te kunnen leveren. De dialoog bestaat uit het helder vaststellen van wat men precies wil en uit een oriëntatie op de verschillende technologische mogelijkheden die daarvoor voorhanden zijn. Het ‘gesprek’ biedt ook waarborgen voor het respecteren van het intellectueel eigendom van de aanbieders. En voor de goede orde: de concurrentiegerichte dialoog is in de Europese richtlijn voor aanbestedingen juist opgenomen op verzoek van de leveranciers, die de bestaande regelgeving te rigide vonden omdat er geen plaats was voor een goed inhoudelijk gesprek in de voorfase van een aanbestedingstraject. Er is in Nederland inmiddels ervaring opgedaan met de concurrentiegerichte dialoog bij een aanbestedingstraject voor de Belastingdienst; tot ieders tevredenheid, ook dus van degenen die uiteindelijk de deal niet kregen. Daarom is het zo opvallend dat gemeentelijke kringen zo snel de hakken weer eens in het zand zetten en overal leeuwen en beren zien. De angst voor vernieuwing lijkt er diep te zitten. Het stellen van de vraag : ‘moeten we dit wel willen’ toont helaas aan dat men vooral bezig is met de eigen positie, in plaats van met het werken aan een overheid die meer service kan leveren aan burgers en bedrijven.