‘Databasemarkt wordt vechtmarkt’
Parker schildert het onderscheid tussen de drie grote databasespelers, zoals dat tot voor kort gold. DB2 van IBM was de database voor transactieverwerking met een hoog volume. Oracle was de ‘Formule 1’ van de databases die beter met de complexe verwerkingsprocessen van bijvoorbeeld ERP-systemen overweg kon en SQL Server ten slotte was het goedkope middel voor minder veeleisende afdelingen van bedrijven. Dat soort verschillen is echter aan het verdwijnen. DB2 en Oracle (9i) zijn dichter naar elkaar gegroeid en ook Microsoft is ontdekt door ‘zware’ gebruikers. Besluiten over de aanschaf van een databasemanagementsysteem (Rdbms) worden voortaan vooral genomen op basis van het geheel aan applicaties en infrastructuursoftware dat ermee overweg moet kunnen – nu en in de toekomst. De leveranciers moeten zich vooral flexibel opstellen, zo meent Parker. De database is wel een groot deel van het fundament van de IT-infrastructuur, maar de klant gebruikt een groeiende hoeveelheid andere infrastructuurproducten, zoals voor datawarehousing, applicatie-integratie en portals. Applicatieleveranciers zowel als databaseleveranciers proberen zich op die markten te doen gelden, maar het gevaar is dat de gebruiker daardoor in zijn keuzevrijheid beperkt wordt. Parker gelooft dat in de komende twaalf maanden de leveranciers nog veel meer om de aandacht van de gebruikers zullen strijden en dat de prijzen onder druk komen te staan. In ieder geval zullen de databaseleveranciers hun procenten marktaandeel bijeen proberen te sprokkelen. Een voorbeeld is de overeenkomst die IBM deze week sloot met Borland. De beide bedrijven gaan gratis proefversies van de software van de ander meeleveren. IBM hoopt zich op deze manier in de kijker te spelen bij Visual Basic-ontwikkelaars die vanwege de komst van de.Net-technologie van Microsoft toch al aan het overstappen zijn. Nieuwe applicaties worden dan wellicht op DB2 gebaseerd, in plaats van op Microsofts SQL Server.