De fabel van server based computing

Het kenmerk van SBC is dat applicaties op een server draaien, in plaats van op werkplekken. Zo kunnen alle applicaties op één plaats worden beheerd. De technologie werkt zowel over LAN- als WAN-infrastructuren, alsmede via apparatuur als palmtops. De kostencomponenten van beide omgevingen op een rijtje: Implementatie consultancy; Licenties terminal services tools; Packaging Software; Hardware Clients; Hardware Serverpark; Datacommunicatie; Beheer Clients; Beheer Serverpark. Sommige van deze kosten, zoals licenties, aanschaf en beheer van het serverpark en datacommunicatie gelden uitsluitend of overwegend voor SBC. Andere kosten, zoals voor aanschaf en beheer van clients, hebben vooral betrekking op C/S. Per organisatie zal de business case anders uitpakken. Leveranciers benadrukken dat de implementatie van SBC weliswaar hoogwaardige kennis plus investeringen in licenties en serverhardware vereist, maar dat de besparingen op apparatuur en op beheerkosten alsmede de verbeterde beschikbaarheid dit ruimschoots goedmaken. Het zwakke punt in deze redenering is dat de voordelen van SBC altijd worden afgezet tegen de bestaande niet- gestructureerde C/S-omgeving van de klant. Om een goede keuze te kunnen maken zouden de voordelen van SBC moeten worden afgezet tegen een goed ingerichte C/S-implementatie. Dan wordt het beeld heel anders! Tegenwoordig is een volledig centraal te besturen C/S-omgeving relatief eenvoudig te realiseren, mits het OS- ontwerp hierop is ingericht en gebruik wordt gemaakt van de juiste hulpmiddelen voor onder andere automatische installatie van werkplekken en intelligente softwaredistributie. Ook dan is er sprake van volledig centraal beheer, vergelijkbare verlaging van exploitatiekosten en verbetering van de beschikbaarheid. Kortom: de voordelen van SBC kunnen op dezelfde wijze in een goed ingerichte C/S-omgeving worden gerealiseerd. Gesteld kan worden dat bij een SBC- oplossing op basis van bijvoorbeeld Citrix de extra kosten per gebruiker al snel 1000 euro bedragen: 350 euro voor de licentie en minimaal 600 euro voor de centrale hardware. Als daadwerkelijk kan worden volstaan met een echte thin client, kunnen de bovengenoemde investeringen inderdaad worden terugverdiend door de besparingen op de werkplek. Maar in de praktijk blijkt dat het meestal niet lukt om alle applicaties via Terminal Services aan te bieden, waardoor op de werkplek toch Windows 2000/XP nodig is. Dan moet er alsnog worden geïnvesteerd in volledige werkplekken. Dat is dubbelop en duur. Het komt ook voor dat organisaties die SBC implementeren beperkt worden bij de keuze van nieuwe software doordat C/S-applicaties niet meer kunnen worden gedraaid. Of er komt toch software die werkplekafhankelijk is waarna alsnog de investeringen in uitgebreidere werkplekken moeten worden gedaan. SBC is wel toepasbaar als er goed presterende applicaties zijn met weinig wijzigingen. Dan kan ook echt bespaard worden op werkplekinvesteringen. In aanvulling op C/S kan via SBC op een fraaie wijze toegang tot bedrijfsapplicaties worden gegeven aan thuiswerkplekken; Ook voor specifieke toepassingen, zoals handhelds voor het noteren en verzenden van opdrachten in the field kan SBC een oplossing zijn. In alle andere gevallen is Client/Server de oplossing die de beste performance, de laagste kosten en de meeste flexibiliteit biedt. Wilko Visser is directeur van VAI bv.Bijdragen in de rubriek Opinie staan los van de redactionele opvattingen van AG. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te redigeren en in te korten. Bijdragen voor de rubriek kunnen worden gestuurd aan: ag@wkths.nl onder vermelding van ‘opinie’.