De nieuwe werknemer Is een betrokken vader
Toen Tijmen – nu 9 maanden – in aantocht was, stopte Smits met fulltime werken. “Begin 2001 ben ik vier dagen gaan werken. Tijmen was er toen nog niet, maar aan het begin van een nieuw jaar zijn dergelijke veranderingen makkelijker door te voeren. Het bleek een goede keuze om er een tijdje van te voren mee te beginnen, want het was nog flink wennen, voor mezelf en mijn collega’s. Je moet leren grenzen stellen. Vooral toen mijn zoontje nog niet geboren was. Toen hij er eenmaal was werd het makkelijker, toen had ik die vrije dag gewoon nodig. Overigens houd ik er niet van om privé en werk heel strikt te scheiden. Op woensdag luister ik een paar keer mijn voicemail af. Soms kan je iemand helpen met één simpel antwoord. Als de situatie erom vraagt kan ik op woensdag wel iets doen. Ook sluit ik mij op werkdagen niet helemaal af voor privé-zaken. Het is flexibiliteit van beide kanten.” Al was het in de praktijk even wennen, niemand vond het raar dat Smits minder ging werken. “Er zijn meer parttimers, en bovendien hebben de meeste collega’s hier een ambulante rol. Je bent dus vaak niet op kantoor. Alle mobiele communicatiemiddelen maken het een stuk makkelijker elkaar te bereiken. In dit werk is het bovendien goed te organiseren: in plaats van vier projecten doe je er bijvoorbeeld drie. De invulling is flexibel, en uiteindelijk word je afgerekend op het resultaat. Naar mijn idee heeft het alleen maar een positief effect op mijn werk: ik werk veel effectiever, ik heb midden in de week een rustmoment en ik merk dat ik daardoor veel relaxter het einde van de week bereik.” Angst voor een ‘carrièreduw’ heeft Smits helemaal niet. “Dat heeft ook met mijn ambitie te maken. Om de absolute top te halen moet je er waarschijnlijk vijf dagen in de week, meer dan honderd procent voor gaan. Maar ik wil mijn werk vooral leuk vinden en erin blijven groeien. Daarin ondervind ik geen enkele beperking, maar eerder een positief effect van de rustdag.” Want hoewel de zorg voor Tijmen natuurlijk een gewichtige taak is, is de woensdag echt genieten voor Smits. “Nu hij wat groter wordt, is het minder verzorging en meer spelen: het wordt steeds leuker. Ik vind het vooral heerlijk om de dingen te doen waar je normaal op werkdagen niet aan toe komt, en waar je in het weekend soms ook nog te druk voor bent: naar het park, wandelen, de stad in. Af en toe gaan we samen lunchen met mama, die in de stad werkt. Het is overal heerlijk rustig op die dag. Je kunt op je gemak boodschappen doen, nergens in de rij. Het ontlast bovendien je weekend. Het leuke is ook dat ik soms met vrienden kan afspreken die eveneens één of meer dagen in de week voor hun kinderen zorgen. Dan gaan we bijvoorbeeld met elkaar naar de dierentuin. Dat is wel heel speciaal: twee papa’s en twee kleintjes die lekker naar de dieren zitten te kijken, terwijl de rest van Nederland aan het werk is. We hebben dan gesprekken die ik voorheen associeerde met vrouwen, ‘weet je wat ‘ie allemaal al kan’, dat idee. De carrières van mijn vrienden zij allemaal heel verschillend, één heeft bijvoorbeeld een eigen bedrijf, en ze hebben dus allemaal andere constructies om voor hun kinderen te zorgen. Maar ze hebben er allemaal bewust voor gekozen.” Wat Tijmen er zelf van vindt is nu nog moeilijk vast te stellen. “De communicatie bestaat nu vooral uit lachen en huilen”, zegt Smits. “Als hij mij ziet is hij blij, maar bij de oppasmoeder vindt hij het ook leuk. Ik denk dat hij het later steeds meer gaat waarderen. Een van de redenen om dit te doen – buiten het feit dat ik het vooral ontzettend leuk vind – is dat ik daadwerkelijk bijdraag aan de opvoeding. Ook voor je relatie vind ik het belangrijk dat je de verantwoordelijkheid echt deelt. Ik zie dat mijn ouders en schoonouders een beetje jaloers zijn: in hun tijd was de rolverdeling nog redelijk traditioneel. Ze vinden wel dat we het heel druk hebben, maar hadden het zelf ook wel zo gewild.” Vier dagen werken is voor Smits de perfecte balans. “Minder zou ik niet willen werken, ik wil dicht op het vuur blijven zitten, betrokken zijn. Dat heb ik nodig om energie uit mijn werk te halen. Maar ook als Tijmen naar school gaat zou ik vast willen houden aan vier dagen werken, misschien in een wat andere vorm, bijvoorbeeld twee halve dagen thuis. Minder werken mag hier altijd, natuurlijk wel in overleg met je manager. Ik heb nog niet van gevallen gehoord waarin het niet werd toegestaan. Het is in ieder geval wat mij betreft een primaire arbeidsvoorwaarde. Als ik hier niet parttime had kunnen werken, was het een reden geweest op zoek te gaan naar een andere plek.”