Digitale ME moet vaste vorm krijgen
Volgens woordvoerder Cees den Bakker van het Nederlands Politie Instituut is het de bedoeling de ad hoc samenwerking bij digitaal rechercheren in crisissituaties structureel te maken. Bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) in Zoetermeer worden hiertoe werkplekken ingericht voor de enkele tientallen gespecialiseerde digitale rechercheurs die uiterlijk in 2008 tijdens crises op oproepbasis in wisselende samenstellingen bij elkaar komen. De rechercheurs worden gerecruteerd uit de zeven interregionale Bureaus Digitale Expertise die Nederland telt en uit de landelijke eenheid digitaal rechercheren van het KLPD. Het HERT zal nauw met het KLPD samenwerken. Het huidige kabinet heeft de beslissing voor de invoering van het responseteam genomen. Het volgende kabinet beslist over de financiering. Het plan voor de snelle interventiemacht vloeit voort uit het Nationaal Actieprogramma Digitaal Rechercheren dat een jaar geleden van start ging. In de projectgroep werken de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken samen met Nederlandse ICT-bedrijven, TNO en technische universiteiten. Het project heeft ook een speciale afstudeerrichting digitaal rechercheren opgeleverd. Daarnaast krijgen uitvoerende medewerkers bij de politie een cd-rom met basiskennis over digitaal rechercheren. Christine Karman, voorzitter van het Meldpunt Kinderporno op internet juicht de uitbreiding van kennis op het gebied van digitaal rechercheren bij de politie toe, maar vreest dat de opsporing hier op korte termijn niet bij gebaat is. Het aantal meldingen van digitale verspreiding van kinderporno, thans drie per dag, stijgt volgens Karman explosief, terwijl volgens haar één gebrekkig gefaciliteerde rechercheur de opsporing doet. De KLPD zou niet alle aangiften behandelen. Vorig jaar deed het meldpunt 35 aangiftes. “Het aantal meldingen lag exponentieel hoger”, aldus Karman. Het Tweede-Kamerlid Khadija Arib van de PvdA heeft schriftelijke vragen over de afhandeling van aangiften van kinderporno op internet gesteld aan minister Benk Korthals van Justitie.