DLP-projector raakt in zwang

In een traditionele LCD-projector wordt het licht eerst gescheiden in de basiskleuren rood, groen en blauw, waarna het door drie lichtdoorlatende LCD-schermpjes wordt gevoerd. Die schermpjes kunnen het licht per beeldpunt doorlaten, blokkeren of dimmen. DLP (Digital Light Processing) werkt volgens een heel ander principe. De lichtsterkte wordt aangepast door een chip in de projector met honderdduizenden spiegeltjes ter grootte van een speldenknop die afzonderlijk kunnen worden gekanteld. Voordat het licht op de chip valt, komt het eerst door een draaiende schijf die rood, groen of blauw licht doorlaat. De draaiende spiegeltjes hebben het voordeel dat ze het licht ook kunnen ‘wegdraaien’ in de richting van de ventilator, waardoor warmte snel kan worden afgevoerd. Maar dat is niet het enige voordeel van DLP-projectoren: veel LCD-projectoren hebben een beelddiagonaal van 1,3 inch. De afmetingen worden hier weliswaar steeds kleiner, onder meer dankzij de introductie van polysilicium, maar met DLP kan het optische deel van het projector pas echt klein worden gemaakt. Er passen niet minder dan 1,3 miljoen spiegeltjes (1280 x 1024) op één chip. In de praktijk gaat het echter meestal om vijfhonderdduizend spiegeltjes van 16 x 16 micron. De DLP-chips worden exclusief door Texas Instruments geproduceerd. Alleen licentiehouders Sharp en Plus Corporation mogen zelf optische systemen rond deze chips ontwikkelen. Daardoor zijn aanzienlijke verbeteringen aangebracht. De chips zullen niet alleen een rol gaan spelen bij videoprojectoren voor de weergave van videofilms op DVD, maar vormen ook het hart van geavanceerde digitale bioscoopprojectoren. Een aantal bioscopen in Europa, Japan en de VS maken daar al gebruik van vanwege de hogere helderheid. Een drempel voor het thuisgebruik vormt op dit moment de levensduur en kostprijs van de lampen. Het neemt niet weg dat projectoren zo langzamerhand worden gezien als een alternatief voor breedbeeldtoestellen (plasma of LCD), die weliswaar meer licht geven, maar een beperkt beeldoppervlak hebben. Een dezer dagen lanceerde Sharp zijn nieuwste generatie 1024 x 768 DLP-projectoren, die desgewenst geleverd kunnen worden met WiFi-kaart of insteeksleuf voor geheugenkaarten. De presentatie kan dus draadloos aan de projector worden weergegeven of op een geheugenkaart (bijvoorbeeld SD of CompactFlash) worden gezet. “Bluetooth zal ook nog wel komen”, zegt productmarketingmanager Wilbert Hendriks van Sharp. “Sharp heeft voor WiFi gekozen omdat projectoren in bedrijven vaak deel uitmaken van een computernetwerk.” Inclusief extra’s zoals een GyroMouse – gyroscopen in deze muis vertalen de bewegingen van de muis naar bewegingen op het scherm – komen de nieuwe projectoren op ruim 6000 euro. “Duurdere LCD-projectoren kosten evenveel”, zegt Hendriks. De verwachting is dat de prijzen verder omlaag zullen gaan. In de markt voor ultradraagbare projectoren domineert DLP al met een aandeel van 58 procent. Texas Instruments zegt dat het sinds de introductie van de spiegelchip in maart 1996 meer dan een miljoen eenheden heeft verkocht. Niet alleen Sharp, ook Sony, Toshiba, Philips en een groot aantal kleinere bedrijven hebben inmiddels DLP-projectoren geïntroduceerd. De verwachting is dat de resolutie nog verder omhoog zal gaan, evenals de helderheid die nu gemiddeld op 1000 tot 1900 ANSI ligt.