Drastische versoepeling regels e-factureren
Al in 2001 werd een Europese Richtlijn vastgesteld rondom btw-verplichtingen. In de jaren daarna werd duidelijk dat e-factureren zich ontwikkelde tot een soort tweekoppig monster.Aan de ene kant was iedereen het erover eens dat e-factureren allerlei besparingen en andere voordelen kan realiseren. Aan de andere kant leek de regelgeving in Europa en Nederland onvoldoende rechtszekerheid te bieden. Dit had onder meer te maken met de mogelijkheid voor Europese lidstaten om ieder een eigen menu aan wettelijke voorwaarden rondom e-factureren samen te stellen. Verder werd voorgeschreven met welke technische methoden e-factureren moest worden toegepast.En alsof dat nog niet genoeg was, hebben we in Nederland ook nog te maken met fiscale wetgeving die zich niet op de technische methoden richt, maar juist op de achterliggende principes, zoals controleerbaarheid en ‘comply or explain’. Hierdoor hebben we in Nederland – tot voor kort – nooit echt een goed gevoel van rechtszekerheid bij e-factureren gehad. Voeg daarbij de behoefte aan standaarden om de perceptie van complexiteit weg te werken en de relatieve onbekendheid van het onderwerp, dan is de donkere kant van een glimmende medaille een feit.Eind januari 2009 is de Europese Commissie met een voorstel gekomen om de regels rondom factureren en e-factureren te versimpelen, te moderniseren en te harmoniseren. Het voorstel loopt synchroon met de aanbevelingen die PricewaterhouseCoopers op verzoek van de Europese Commissie heeft opgesteld op basis van een evaluatie. Ook het tussentijdse advies van de Europese Expertgroep E-factureren bevat vergelijkbare elementen.De belangrijkste wijzigingen bij e-factureren zijn: