‘Een beetje als Finland in de koude oorlog’
Maar MySQL’s toekomst leek dit voorjaar even op het spel te staan toen bleek dat Oracle het had willen overnemen en vervolgens InnoDB overnam, het bedrijf dat de ‘storage engine’ levert die vaak als opslag voor de MySQL-databate dient. Maar alles lijkt met een sisser af te lopen; MySQL blijft goed verdienen aan zijn support-diensten en Mårten Mickos zegt in ieder geval niets tegen Oracle te hebben.
“Ze hebben ons gevraagd of we te koop waren en we hebben nee gezegd. Maar de relatie is goed. Op onze gebruikersconferentie hebben we Oracle genomineerd als partner van het jaar. Ze hebben InnoDB overgenomen en beloofd dat het ‘business as usual’ zou zijn en dat ze bugs zouden blijven oplossen. En in maart hebben ze het contract voor jaren verlengd zonder veranderingen en ze zíjn doorgegaan met bugs oplossen. Tot dusver zijn ze goede open-sourceburgers geweest. Ik heb niets om over te klagen.”
Bent u desondanks niet bang geweest dat het anders zou kunnen lopen?
“Grote bedrijven hebben geen vrienden, ze hebben belangen. Ik kom uit Finland en ben opgegroeid als buur van de Sovjet-Unie. Voor Finland was het ook altijd moeilijk de juiste rol te spelen en ik denk dat dit vergelijkbaar is. Maar mensen vragen altijd aan mij ‘Wat ga je doen als Oracle zijn eerste zet doet?’. Oracle heeft dat gedaan en het heeft de aard van open source niet veranderd. Ook al hebben ze InnoDB overgenomen gaat de ontwikkeling door. Er zijn ook andere storage engines die concurreren met InnoDB.”
Maar Oracle zit niet stil. Ze hebben nóg een storage engine overgenomen.
“Maar dat is niet vanwege ons. Het lijkt alsof ze twee storage engines hebben gekocht, maar Sleepycat heeft – voor zover ik het kan inschatten – te maken met hun TimesTen-product en het uitbreiden van de embedded business van Oracle. En daar concurreren we wel, want wij hebben MySQL Cluster, dat veruit superieur is aan TimesTen en Sleepycat tezamen. Daar maak ik me geen zorgen over.”
Waarom is MySQL dan begonnen zijn eigen storage engine te bouwen met codenaam Falcon?
“Toen Oracle InnoDB overnam, begon opeens iederéén zijn eigen engine te bouwen. Solid bijvoorbeeld opensourcete zijn eigen database om het tot storage engine voor MySQL te maken. Maar belangrijker is dat Falcon veel moderner zal zijn dan InnoDB en meer gericht is op de online wereld.”
Waarom zijn bij MySQL de RDBMS en de storage engine zo gescheiden gehouden?
“Eigenlijk is het toeval dat we het zo hebben ontworpen. Om het makkelijk te maken voor ons om van ISAM [de oude opslagstandaard van IBM, red.] naar ons eigen MyISAM te gaan, hebben we beide engines naast elkaar laten bestaan. En toen realiseerden we ons wat een fantastische ontwerpbeslissing dat was. Nu zie je de kracht daarvan, nu je steeds complexere applicaties hebt die steeds meer datagedreven zijn. Sommige data moet je snel kunnen bereiken en andere moet je aanhouden voor archiefdoeleinden. Daar kun je dan binnen dezelfde applicatie verschillende storage engines voor gebruiken. Voor de ontwikkelaar blijft het dezelfde API. Bij beperkte behoeften kun je MyISAM, de simpelste, gebruiken. Bij zwaardere eisen kun je overstappen naar InnoDB, Falcon, naar mySQL Cluster of naar andere storage engines. Op websites kun je zo de read/write-intensieve taken scheiden van de read-intensive taken. De schaalbaarheid en prestaties kunnen zo beter worden.”
Zou het wat hebben uitgemaakt als MySQL was overgenomen door Oracle of door een ander groot commercieel bedrijf?
“Goeie vraag. Wij zijn natuurlijk ook commercieel, maar onze kracht is dat we ons met passie richten op waar we goed in zijn. Als onafhankelijk bedrijf kun je al je energie richten op één ding en als onderdeel van een groot bedrijf is dat minder. Maar ik heb niet veel over dat scenario nagedacht.”
Velen vrezen dat een groot bedrijf dat van licenties leeft niet goed om zal gaan met open-sourceproducten.
“Die angst ken ik, maar is onterecht. Dan zou namelijk het zeer sterke forking-mechanisme in werking treden. Als wij worden overgenomen of misschien hebberig of arrogant worden, heeft de gemeenschap altijd de optie de ontwikkeling en het onderhoud van het product over te nemen. En wat we tot dusver hebben gedaan is allemaal met een GPL-licentie verschenen, dus daar kun je niet van terugkomen. Dat mechanisme blijft altijd. Die forking-optie houdt alle open-sourceleveranciers op het rechte pad.”
Probeert u uit het vaarwater van IBM en Oracle te blijven?
“In het openbaar tenmiste wel, hahaha. We snakken naar marktaandeel en we concurreren met ze waar we weten dat we sterk zijn. We hebben vermeden in de migratiebusiness te komen waar je klanten vraagt van Oracle op je eigen database over te stappen. Zelfs als je een superieur product hebt is een migratie altijd een pijnlijk proces en een risicofactor voor een gebruiker. Daar blijven we vandaan. Anderen, als Enterprise-DB en Ingres proberen dat wel. Maar bij nieuwe applicaties concurreren we – met succes – wel met Oracle en IBM. De meest vergevorderde gebruikers hebben enorme systemen. De meeste databases zijn heel goed in client/server; wij zijn goed in webapplicaties, waar je een thin client hebt en de meeste verwerking in de middleware en de databaseserver plaatsvindt. Ik zou onze database niet aanbevelen voor applicaties die uit de jaren 70 of 80 stammen. Anderzijds kloppen er nu ook gerenommeerde commerciële bedrijven bij ons aan die onze database nodig hebben voor hun bedrijfsapplicatie of datawarehouse. MySQL krijgt meer klassieke klanten”
De grote databaseleveranciers leveren inmiddels ook gratis lichtgewicht versies van hun databases om de open-sourcevolgers een argument uit handen te slaan, namelijk dat alleen open source gratis zou zijn. Heeft MySQL daaronder te lijden?
“Nee. Want er is een groot verschil tussen ‘free’ en ‘free’. In het Engels is het één woord, maar in de meeste andere talen niet. Onze software is vrij. Je kunt de broncode inzien en aanpassen en herdistribueren. Dat kan niet met de crippleware van Sybase, Oracle, Microsoft en IBM. Hun enige reden om iets gratis weg te geven is het als lokaas te kunnen gebruiken en je zo als klant binnen te halen. En als wij onze software gratis weggeven verdienen we natuurlijk op de ondersteuning, maar profiteren we daarnaast zelfs van de niet-betalende gebruikers omdat ze het product helpen ontwikkelen.”
De meeste bijdragen aan de ontwikkeling van de MySQL-code komen van medewerkers van MySQL zelf. Beperkt dat niet de innovatie?
“Eigenlijk wel. Daarom moedigen we ook erg aan dat mensen van buiten een bijdrage leveren. Het is een gecompliceerd stuk software, maar het is belangrijk dat mensen zich ook realiseren dat hun bijdrage ook wat anders kan zijn dan coderen. Een blog bijhouden, trainingen organiseren en vooral bugs identificeren zijn dingen die ook heel belangrijk zijn. De programmeercode is eigenlijk maar een klein deel van de bijdragen in een open-sourceproces.”
Mensen die energie in open source steken zijn vaak erg uitgesproken over waar het met open source heen moet. Bent uzelf zo iemand?
“De kracht van OS is de kracht van liberaal kapitalisme. Het mooie is dat er niet een Bill Gates is die dicteert waar het heengaat met OS. Het is een meritocratie. Er zijn in OS heel vaak idiote projecten, domme discussies en rare inspanningen, maar het systeem is zelfreinigend. Dat heb je ook gezien bij InnoDB. Toen Oracle het overnam kwamen diverse partijen meteen in actie.”
Zijn open-sourcemensen soms te religieus?
“OS is eigenlijk pas zo’n 15 jaar oud. Er zijn enkele sterke persoonlijkheden die een dogmatische benadering hebben of een filosofische of politieke en dan denk je dat de hele beweging zo is. Maar volgens mij is open source geen religie, geen politieke partij en geen filosofie. Het is gewoon een groep praktische mensen met praktische behoeften.”
Dat zou je niet denken als je de discussie over de nieuwe GPL volgt.
“Het zijn de priesters en de monniken die de discussie voeren, maar de gebruikers daarbuiten zijn niet religieus. Linus Torvalds staat bijvoorbeeld aan de pragmatische kant. Mensen die een bugreport insturen zijn niet met een hogere zaak bezig maar doen het omdat ze een oplossing willen.”