Extra maatregelen nodig voor goed gebruik BSN
Typisch, want waarom zou je het sofinummer gebruiken als dat 1 januari veranderd is in het BSN?
Andere organisaties zijn ronduit juichend. Onder de jubelkop ‘Belangrijke mijlpaal gebruik burgerservicenummer in de zorg’ meldt het UZI-register (beroepsbeoefenaren gezondheidszorg): “Het Erasmus MC heeft als eerste ziekenhuis het ziekenhuisinformatiesysteem aangepast aan het gebruik van het burgerservicenummer.” Pikant, want was het niet de zorg die de BSN-invoering een jaar eerder wilde en naar begin 2006 haalde? Het ziet ernaar uit dat de sector blij mag zijn met de reserves van Tweede en Eerste Kamer bij de BSN-plannen. Als nu pas het eerste ziekenhuis klaar is, stemt dat weinig optimistisch over de overige zorginstellingen.
Kaderwet
De zorg is de eerste sector die het BSN-gebruik regelde in een sectorwet. De BSN-invoering gebeurt krachtens een kaderwet (Algemene bepalingen burgerservicenummer), andere wet- en regelgeving, zoals de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, regelt het gebruik. De Eerste Kamer heeft de behandeling van die laatste overigens opgeschort omdat ze eerst de algemene wet wil afhandelen.
Dat de zorg de eerste is met een sectorwet(svoorstel), signaleert ook het boekje ‘Naar een goed gebruik van het burgerservicenummer (BSN)’, dat Het Expertise Centrum (HEC) onlangs uitbracht. Veel organisaties moeten nog starten en randvoorwaarden voor het gebruik ‘zijn ook nog lang niet ingevuld’, stellen de vijf HEC-auteurs, onder wie Dirk Schravendeel, destijds secretaris van de Commissie-VanThijn, die in 2002 het BSN initieerde. “Vaak moet er nog het nodige gebeuren om met het gebruik te kunnen beginnen.”
Big Brother
De HEC-adviezen met betrekking tot noodzakelijke acties sporen aardig met de kritiek in de Senaat. Onder aanhaling van een niet gedocumenteerd citaat (‘Met het BSN in de hand wordt de overheid Big Brother van het land’) wordt gesteld: “De burger is transparant voor de overheid, maar de overheid is niet transparant voor de burger.” Zijn positie moet versterkt worden, de wet schiet daarin tekort. Minister Nicolaï reageerde op kritiek dat burgers nergens heen kunnen met klachten, dat organisaties klachtenprocedures hebben en er ook nog de Nationale ombudsman is. HEC vindt dat onvoldoende en bepleit een centraal loket. Inmiddels had Nicolaï een web- en telefonisch loket toegezegd, volgens HEC ‘een goede aanzet’.
Transparantie
De auteurs nemen ook de informatievoorziening aan burgers op de korrel. Een website moet inzicht geven in het BSN-gebruik. Alleen is dat algemene informatie: welke registraties bevat het BSN en in welke gegevensuitwisselingen wordt het gebruikt? Daarmee weet men nog niet in welke registraties men zelf voorkomt. Ook dit is ‘slechts een eerste stap naar werkelijke transparantie’. HEC memoreert overigens dat transparantie bij BSN-gebruik voor opsporingsdoeleinden niet kan. Zulk gebruik ‘staat nog niet hoog op de beleidsagenda, maar zal ongetwijfeld met stip stijgen’.
Genoemde gebruiksinformatie, overigens gepresenteerd onder de raadselachtige naam ‘Landkaart’, was een tijdje zichtbaar op een proefsite en bevatte niet minder dan 134 (soorten) BSN-organisaties, van abortuskliniek tot zorgverzekeraar en daartussenin instanties als Jeugdzorg, Centrale afvalverwijderingsbedrijven, Douane, psychotherapeut, Raad voor de rechtsbijstand en Stichting Donorgegevens kunstmatige bevruchting. Sinds kort is de transparantie teruggeschroefd, en de beveiliging niet op orde. De site meldt: “Waarschuwing: deze server vraagt om uw gebruikersnaam en wachtwoord op een onveilige manier te verzenden (basisverificatie zonder beveiligde verbinding).”
Senaat
De Eerste Kamer intussen is nog niet om. Met de reactie op een eerste serie opmerkingen en vragen heeft de regering de Senaat niet overtuigd. Eind februari werden daarom nieuwe vragen gesteld, die de regering nog moet beantwoorden. In de tussentijd gaan BZK-ambtenaren 17 april de Kamer informeren over genoemde landkaart. Onlangs had de Senaat consultant en Belgiëkenner Arre Zuurmond op bezoek om zich te laten inlichten over de aanpak bij de zuiderburen, die het gebruik van informatie met behulp van persoonsnummers regelen via een ‘Kruispuntbank’. Hij noemt het ‘een ramp’ als het BSN niet zou doorgaan, maar ziet nog veel gebreken, met name rond de beveiliging.
“In België moet elke aangesloten partij een gecertificeerde beveiligingsfunctionaris hebben, die niet alleen aan de eigen directie rapporteert, maar ook aan de Kruispuntbank. In het BSN-stelsel is dat slechter geregeld. Dat geldt ook voor de autorisaties. Van iedereen die ermee werkt, ligt vast wat hij precies mag. En dat wordt nauwkeurig gelogd.” Zuurmond noemt als lastig punt de ‘terugmeldplicht’, die gebruikers van (het BSN in) basisregistraties hebben als ze op onvolkomenheden stuiten. Is goed geregeld dat registratiehouders die terugmeldingen verwerken? “In België kan een externe instantie interveniëren als bijvoorbeeld een gemeente in gebreke blijft. Zelfs kan een gevangenisstraf worden opgelegd. Hier meldt de Belastingdienst al tien jaar fouten aan de GBA, maar gemeenten doen daar nauwelijks wat mee.”