FNV: Niet wachten op SER-advies nanotechnologie

Volgens de vakbond zijn werkplekken waar met nanodeeltjes wordt gewerkt veelal niet goed beschermd, omdat men in bedrijven niet weet wanneer de situatie echt veilig is. Het is vaak nog niet mogelijk om de hoeveelheid deeltjes te meten. Bovendien ontbreekt het aan een referentiekader om te beoordelen of de situatie nu veilig is of niet. Dierproeven hebben aangetoond dat ratten mesothelioom (kanker) ontwikkelen als gevolg van blootstelling aan bepaalde typen nanodeeltjes.

In de brief aan de minister stelt FNV-bestuurder Hartveld een aantal maatregelen voor die direct kunnen worden ingezet, zoals aanpassing van de etiketteringsplicht en invoering van labels. “Bedrijven doen momenteel veel te geheimzinnig over inzet van nanodeeltjes, dat laat werknemers en burgers onwetend.” Hij is voorstander van de Franse aanpak: dat land heeft een notificatieplicht in voorbereiding, waarbij producenten en importeurs om op een centrale plek aan moeten melden dat er nanodeeltjes verwerkt zijn in de producten die op de markt worden gebracht of geïmporteerd worden. Hartveld: "Dit lijkt een zeer goed initiatief dat bij voorkeur Europees overgenomen moet worden."

De FNV stelt bovendien voor om een commissie in te stellen die voor de meest gebruike nanostoffen zo snel mogelijk voorlopige, veilige grenswaarden gaat vaststellen. Hartveld besluit zijn brief aan Donner met: "Het Kabinet stelt dat wij een koppositie innemen op het terrein van nanotechnologie binnen Europa. Daar hoort naar ons oordeel onlosmakelijk een koppositie bij op het terrein van gezondheidsbescherming van werknemers."