Gemak dient de mens in het huis van de toekomst
Met de dozen gaan ook de wirwar van snoeren, de afstandsbedieningen en toetsenborden de deur uit. Piepkleine camera’s, microfoons, sensoren en grote, platte beeldschermen nemen die rol over. Super gebruiksvriendelijk, want zij reageren op stemgeluid en op den duur zelfs op gebaren en gelaatsuitdrukkingen. Moe van een dag hard werken? Het home network maakt een heerlijk warm bad voor je klaar. Geen zin om naar de supermarkt te gaan? Hoeft ook niet, want de intelligente koelkast bestelt wat bijna op is via internet bij en regelt desgewenst de bezorging aan huis. De huidige apparaten hebben één of hooguit een paar functies. Op een televisie kijk je tv, de hifi-set is er voor het weerbericht en de cd’s, met de dvd-recorder neem je films en muziek op. Dat wordt straks anders: alle bestaande en toekomstige functies werken samen in één enkel systeem, dat de bewoners (her)kent, op hen reageert, van hen leert en op hun wensen anticipeert. Snoeren zijn daarvoor niet altijd nodig: met technologieën, zoals Bluetooth, kan dat ook draadloos. En omdat de verbindingen in huis en met de buitenwereld breedbandig zijn, kunnen allerlei functies tegelijkertijd en zonder hinderlijke wachttijden worden uitgevoerd. R&D-power Science fiction? Misschien. Maar in de laboratoria van de ‘grote jongens’ in de consumentenelektronica- en computersector wordt hard gewerkt aan intelligente netwerken voor op kantoor, in de woning of in de auto. Philips noemt het ambient intelligence (omringende intelligentie), IBM houdt het op pervasive computing en Sony kiest voor de benaming ubiquitous network. Het zijn verschillende namen voor hetzelfde principe. Met zoveel R&D-power moet het welhaast iets worden. Temeer omdat Brussel anderhalf miljard euro subsidiegeld opzij heeft gelegd voor onderzoek op dit gebied. Breedbandinternet en de eerste producten met draadloze Bluetooth-technologie zijn al op de markt en RFID-sensoren (radiofrequentie identificatie), die op sommige vliegvelden worden gebruikt voor de bagageafhandeling, zullen naarmate ze kleiner en goedkoper worden veel breder worden toegepast. Verder staat spraakherkenning voor een doorbraak en werkt onder andere Philips aan interactieve en zelfs oprolbare beeldschermen met een veel hogere resolutie dan nu mogelijk is. Wet van Moore Volgens de Wet van Moore verdubbelt de rekenkracht van computers nog altijd iedere achttien maanden, en ook dat speelt het intelligente netwerk in de kaart. De huidige huis-, tuin- en keuken-pc heeft meer rekenkracht dan het complete computersysteem waarmee Nasa op 20 juli 1969 de eerste mens op de maan zette. En toen IBM in de jaren vijftig van de vorige eeuw een van de eerste moderne mainframe-computers op de markt bracht, ging men ervan uit dat er voor die ruimtevretende, ingewikkelde en dure apparaten maar weinig klanten te vinden zouden zijn.” Philips Home Lab Technologisch zal het dus wel goed komen. Resteert de vraag hoe de consument op de intelligente omgeving zal reageren. Zit hij of zij eigenlijk wel op alle nieuwe mogelijkheden te wachten? Hoe gaan we straks met de bestaande en nieuwe functies om? Wat vinden we nuttig, gemakkelijk of gewoon leuk en wat wekt onze irritatie op? Om antwoorden op deze vragen te krijgen, heeft Philips bij zijn Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven een Home Lab gebouwd. Op het eerste oog is het een normale eengezinswoning: beneden een entree, toilet, woonkamer en keuken, boven twee slaapkamers, een werkkamer, badkamer en tweede toilet. Smaakvol ingericht en van alle gemakken voorzien: leesvoer in de boekenkast, familiespellen, platte tv-schermen, gevulde koelkast. Vader, moeder en twee kinderen kunnen er zo hun intrek nemen. Maar schijn bedriegt: het Home Lab is alles behalve gewoon. Neem de plafonds. De halfronde bolletjes, in de woonkamer alleen al hangen er acht, zijn camera’s. Zo zijn er méér vreemde dingen. De dubbele muren en vloeren verbergen een woud van kabels en leidingen, want voorlopig kunnen die niet gemist worden. Het elektrische systeem wordt centraal geregeld. Op verschillende plaatsen kan op een supersnel glasvezelnetwerk ingeprikt worden. En de verlichting gaat automatisch aan zodra je een ruimte betreedt. Verrassend zijn ook de spiegels in woon- en badkamer. Het zijn one-way mirrors: van binnenuit zijn het spiegels, van buitenaf ruiten waar je dwars doorheen kijkt. “Mensen die hierin verblijven, worden van alle kanten geobserveerd,” vertelt Home Lab-beheerder Vic Teeven. “De testpersonen weten dat, maar door de inrichting vergeten ze dat snel. Dat is precies de bedoeling: de mensen moeten zich op hun gemak voelen en zich gedragen zoals ze thuis zouden doen.” Productconcepten In het Home Lab worden productconcepten in de praktijk getest. Teeven: “In principe testen we geen kant-en-klare producten, maar opties voor producten. Ambient intelligence is een belangrijke invalshoek. Dat is de aanleiding geweest om het Home Lab te bouwen.” Want hoe mooi en ingenieus de bedenksels van techneuten ook zijn, als de consument ze niet ziet zitten is alle moeite voor niets. Maar zo zwart-wit liggen de zaken natuurlijk niet altijd. Het kan ook zijn, dat de consument het net even iets anders wil. Dat hij of zij, na een dag testen, tips heeft over hoe iets anders, beter, leuker kan. Aan de observatiesystemen hangt een kolossale hoeveelheid geavanceerde techniek. In de observatieruimte kunnen techneuten en gedragswetenschappers via de ‘politiespiegel’ en op bijna twintig monitoren en vier pc-configuraties elke beweging nauwgezet volgen. Voor nadere analyse kan alles op enorme harde schijven worden vastgelegd. De testpersonen krijgen de observatieruimte stampvol digitale apparatuur overigens niet te zien: ze komen binnen door de eigen voordeur van het Home Lab. “Al die techniek zou hen maar afschrikken”, zegt beheerder Teeven. In het Home Lab, in zijn soort de grootste ter wereld, is de consument de bepalende factor. Want die maakt uiteindelijk uit wat haalbaar is en wat niet. Het lab draait inmiddels op proef en wordt dit voorjaar officieel geopend. Leden van het ‘gezin’ dat het Philips Home Lab ‘bewoont’ buigen zich over een van de faciliteiten in hun huis, dat is opgebouwd als een doorsnee eengezinswoning.