Gesteggel over webstandaarden kan niet al te lang voortduren
De grootste bedrijven in de IT lijken hier een nogal kinderachtige discussie te voeren. En dat, terwijl webdiensten (‘web services’) niet zonder eenduidige standaarden kunnen; er is immers maar één web. Maar puur technisch getinte standaarden zijn niet genoeg. De meest in het oog springende doelstelling van het WS-I-consortium is het onderling goed laten samenwerken van die voor webdiensten (web services) gebruikte standaarden. XML, SOAP (Simple Object Access Protocol), UDDI (Universal Description, Discovery en Integration) en WSDL (Web Services Description Languages) zijn wel ondergebracht bij standaardenorganisaties, maar het uniforme gebruik ervan is daarmee nog niet gegarandeerd. Willen webdiensten echt van de grond komen, dan moet er ook meer overeenstemming komen over hoe bijvoorbeeld raamwerken als.Net met de standaarden omgaan. Webdiensten moeten niet belemmerd worden door verschillen in platforms en programmeertalen. Bedrijfseigen Goed gezien, vindt Sun, maar het bedrijf vindt wel dat zijn Java-technologie daarin ook een rol moet spelen. Bij monde van zijn ‘chief technology evangelist’ Simon Phipps, stookte Sun vorige week het vuurtje weer op. IBM en Microsoft zijn volgens hem bezig in WS-I-verband hun bedrijfseigen technologie tot standaard te verheffen, om daarmee later alsnog macht te kunnen uitoefenen. Hij verwijst daarmee impliciet naar het feit dat IBM onlangs liet weten een octrooi te hebben op een deel van de ebXML-standaard, die bij het standaardenconsortium Oasis is ondergebracht. Als het om de controle over standaarden gaat, is Sun overigens ook geen makkelijke klant. Het bedrijf heeft jarenlang zijn Java-technologie als standaard gepositioneerd, maar zonder ooit volledig de controle daarover uit handen te geven. ‘Dat is alleen maar om ervoor te zorgen dat men zich exact aan die standaarden houdt’, is het standaard antwoord van Sun. Phipps wil overigens weer niet zover gaan, de weigering van IBMen Microsoft af te doen als kinnesinne vanwege het vroegere gesteggel over de standaardisatie van Java. Maar Sun vindt wel dat de werkwijze van WS-I tegenovergesteld is aan hoe een echte standaardenorganisatie zou moeten werken. Microsoft en IBM proberen kant-en-klare eigen technologie te ‘pushen’ via een standaardisatielichaam, zonder dat die technologie door anderen bijgeschaafd kan worden in een open proces, zoals bij Java. Fragmentatie Gartner schrijft de weigering van de WS-I om Sun invloed te geven wel toe aan Microsoft en IBM. Fragmentatie van de initiatieven op het gebied van webdiensten zal het gevolg zijn, menen de analisten. Voor de technologische standaarden zoals SOAP en WSDL is er geen bedreiging, maar wel voor samenwerking op een hoger niveau. Daarbij bestaat het gevaar dat de kloof zich ook manifesteert in een ander IT-breed initiatief, de Liberty Alliance. Van dit door Sun aangezwengelde verbond van bedrijven op het gebied van digitale identiteit – ook een onderdeel van webdiensten – zijn juist Microsoft en IBM weer geen lid. Microsoft probeert met zijn eigen identiteitsdienst Passport de toon te zetten en zegt geen lid te willen worden van de Liberty Alliance, zolang dit verbond zich als een anti-Microsoft-club blijft gedragen. Meer initiatieven Begin deze maand vonden Microsoft, IBM en Verisign elkaar ook al in een ander standaardeninitiatief. De drie willen het beveiligingsaspect van webdiensten meer standaardiseren. Sun en Microsoft ontlopen elkaar overigens niet op elk vlak. Een nieuwe werkgroep binnen het World Wide Web Consortium (W3C) heeft zowel Sun als Microsoft onder de 67 leden. De werkgroep buigt zich over een standaard architectuur voor webdiensten, platform- en programmeertaalonafhankelijk. Gartner verwacht wel dat Sun binnen een jaar of twee lid wordt van WS-I en dat IBMen Microsoft deel gaan uitmaken van de Liberty Alliance. De voordelen van webdiensten zouden dat eenvoudigweg afdwingen.