Hardwarebouwers verbeteren hun processors
Verhogen van de doorvoer is van groot belang voor internet service providers en datacenters en voor exploitanten van grote websites. Bijvoorbeeld zoekmachines hebben er alle baat bij, dat de gestelde vragen zo snel mogelijk worden beantwoord. Dat vraagt de inzet van steeds meer processorkracht. De gangbare oplossing voor de stijgende vraag naar processorvermogen is meer servers naar binnen te rijden. Hoewel dat op zich een werkbare oplossing is, kleven er bezwaren aan: meer servers betekent meer ruimtebeslag en meer energieverbruik. Combineren van processorkernen bespaart daarop. Het aantal processorkernen op de chips van Sun bedraagt aanvankelijk twee, eind 2004 verschijnt een chip met acht processorkernen onder de codenaam Niagara. Sun is niet de eerste hardwareaanbieder die ervoor kiest zijn processors dubbel of zelfs meervoudig uit te voeren. Ook IBM heeft dat al gedaan, in de Power4processorfamilie. Deze chips, die het hart vormen van onder meer de Regattaservers, hebben ook een dubbele processorarchitectuur. Daarnaast kunnen vier van deze chips aan elkaar worden gekoppeld tot een enkele processormodule. Hetzelfde proces dat Sun nu dus op het substraat zelf uitvoert. IBM werkt inmiddels aan de ontwikkeling van de Power5, een processor die op het substraat zelf multithreading mogelijk maakt. De Power5 zal zo’n 40 procent snelle zijn dan de Power4, zegt IBM. "Met multithreading zijn we eindelijk af van het probleem dat een processor maar een kwart van de tijd echt werkt en de rest moet besteden aan wat ik ‘bureaucratie’ noem", aldus Joel Tendler, directeur van de afdeling technologische verkenningen van IBM. Tendler sprak op de Hotchipsconferentie in de VS, een jaarlijks festijn over ultrasnelle processors dat wordt gehouden aan de Stanford University. De details over Power5, Gemini en Niagara werden op die conferentie geopenbaard. In deze hoek van de halfgeleiderwereld lopen de ontwerpers van IC’s aan tegen fysieke beperkingen en zoeken ze het in andere richtingen. In het geval van Sun dus in het gebruik van meer dan één processor op hetzelfde plakje silicium. Bovendien werd gekozen voor een ouder processortype, te weten de UltraSparc II. Deze chip is sinds 1999 niet meer aangepast. Door zo’n oud chipontwerp te gebruiken, kan Sun redelijk snel de eerste IC’s produceren. De totale ontwikkelingstijd van de Gemini wordt geschat op 24 maanden. Snelheid is voor Sun van belang, om een sterke positie te blijven houden tegenover de concurrentie, met name IBM. De twee firma’s zijn al geruime tijd bezig met een wedstrijdje haasjeover. Ook IBM ontwikkelt overigens niet alles nieuw. De architectuur van de Power5 is in zeer grote mate afgeleid van die van de Power4.